Pagina vier
•
Trajectsensor aan/uit.
Voor het vinden van de rijpaden wordt het
afgelegde traject in de wendakker weerge-
geven. De trajectsensor begint met de tra-
jectregistratie zodra "Spuiten" is uitgescha-
keld.
•
Auto lift in-/uitschakelen.
Auto Lift tilt voor het wenden de spuitbomen op
tot de ingevoerde hoogte
ο
Bij het uitschakelen van de sproeier
worden de sproeistangen au-
tomatisch omhoog gebracht.
ο
Bij het inschakelen van de sproeier
worden de sproeistangen au-
tomatisch omlaag gebracht.
Sproeistanghoogte instellen (zie pagina 56).
DistanceControl:
DistanceControl regelt automatisch de helling-
en hoogteverstelling van de spuitbomen.
Bij het uitschakelen van het spuiten op de wend-
akker worden de spuitbomen automatisch tot de
ingestelde hoogte opgetild.
De regeling van de opgetilde spuitbomen op de
wendakker kan permanent worden uitgescha-
keld.
•
De regeling van de hellingverstelling
van de opgetilde spuitbomen op de wend-
akker inschakelen/uitschakelen.
•
De regeling van de hoogteverstelling
van de opgetilde spuitbomen op de wend-
akker inschakelen/uitschakelen.
•
Kalibratie TrailTron uitvoeren (zie op
pagina 32).
Software AMABUS BAG0117.1 02.14
(Afb. 12)
Traajectteller:
Auto lift
TrailTron kalibreren
Afb. 12
Trajectteller:
Automatische
hellings-verstelling
op wendakker:
automatische
hoogtever-stelling op
wendakker:
TrailTron kalibreren
Afb. 13
Ingebruikname
Aan
Aan
aus
aus
aus
17