Ingebruikname
4.3.5
Impulsen per 100 m (machinegegevens
28
•
De AMATRON 3 heeft de kalibratiewaarde "Impulsen per
100 m" nodig voor het bepalen van
ο
de daadwerkelijke rijsnelheid [km/uur];
ο
de afgelegde afstand [m] voor de actuele opdracht;
ο
de bewerkte oppervlakte.
•
De kalibratiewaarde "Impulsen per 100 m" kan handmatig in de
AMATRON 3 worden ingevoerd als de kalibratiewaarde
exact bekend is.
•
U moet de kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" aan de hand
van een kalibratierit bepalen, wanneer de kalibratiewaarde on-
bekend is.
•
De AMATRON 3 kan de kalibratiewaarden "Impulsen per
100 m" voor 3 verschillende tractoren opslaan (zie pagina 30).
De AMATRON 3 neemt de opgeslagen kalibratiewaarden
voor de geselecteerde tractor over.
Voor machines die met de ISOBUS Light-bekabeling op een
ISOBUS-tractor zijn aangesloten.
•
Waarde voor "Impulsen per 100m": 0 invoeren.
•
Voor de exacte omrekening van de werkelijke rijsnelheid in
[km/h], de afgelegde weg in [m] resp. de bewerkte oppervlakte in
[ha] moet de kalibratiewaarde "Impulsen per 100 m" van de tra-
jectsensor worden bepaald.
•
Bereken de exacte kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" aan
de hand van een kalibratierit:
ο
voor de eerste ingebruikname;
ο
bij gebruik van een andere tractor resp. na het wijzigen van
de bandafmetingen van de tractor;
ο
bij optredende verschillen tussen de berekende en de
daadwerkelijke rijsnelheid / afgelegde afstand;
ο
bij optredende verschillen tussen berekende en daadwerke-
lijk bewerkte oppervlakte;
ο
bij verschillende bodemomstandigheden.
•
U moet de kalibratiewaarde "impulsen per 100 m" onder de op
het veld heersende omstandigheden berekenen. Wordt het spui-
ten uitgevoerd met ingeschakelde vierwielaandrijving, dan moet
u bij het berekenen van de kalibratiewaarde eveneens de vier-
wielaandrijving inschakelen.
)
Software AMABUS BAG0117.1 02.14