De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld
op het typeplaatje van de pomp. Voor spanningstole-
rantie: zie paragraaf
10. Technische
Controleer of de motor geschikt is voor de voedings-
spanning die aanwezig is op de installatielocatie.
Alle pompen worden geleverd met 10 m kabel en
een vrij kabeluiteinde.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voorafgaand aan de eerste inschakeling
van de pomp controleert u de voedings-
kabel op zichtbare defecten om kortslui-
ting te voorkomen.
Een eventuele vervanging van de voe-
dingskabel dient te worden uitgevoerd
door Grundfos of een door Grundfos
erkend servicebedrijf.
De pomp moet worden aangesloten op één van de
volgende twee typen regelaar:
•
een besturingskast met motorbeveiliging, zoals
een Grundfos CU 100
•
een Grundfos LC, LCD 107, LC, LCD 108 of LC,
LCD 110 pompregelaar.
Zie afb.
2
of
3
en de installatie- en bedieningsinstruc-
ties voor de gekozen besturingskast of pomprege-
laar.
In mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen heeft u
twee opties:
•
Gebruik vlotterschakelaars die geschikt zijn voor
een Ex-omgeving en een veiligheidsbarrière met
DC, DCD of LC, LCD 108.
•
Gebruik belvormige niveaumelders in combinatie
met LC, LCD 107.
Zie paragraaf
7.2 Thermische schakelaars
meer informatie over de werking van de thermische
schakelaars.
3.2.1 Bedradingschema's
specificaties.
Afb. 2
voor
Afb. 3
Bedradingsschema voor eenfase pom-
pen
Bedradingsschema voor driefasen pom-
pen
9