3. Het product installeren
Het opstellen van de pomp in putten dient
door speciaal opgeleid personeel te wor-
den gedaan.
Werkzaamheden in of in de omgeving van
de put moeten worden uitgevoerd volgens
de lokale wet- en regelgeving.
Personen mogen de plaats van de opstel-
ling niet betreden als de omgeving explo-
sief is.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Het moet mogelijk zijn om de netscha-
kelaar in positie 0 vast te zetten. Type
en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat zich ten minste 3 meter
vrije kabel boven het vloeistofniveau
bevindt.
Uit veiligheidsoverwegingen moet op de werkzaam-
heden in putten toezicht worden gehouden door een
persoon buiten de put.
Wij adviseren u alle onderhouds- en ser-
vicewerkzaamheden uit te voeren wanneer
de pomp buiten de put is geplaatst.
GEVAAR
Beknellingsgevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Zorg ervoor dat de hijsbeugel goed is
bevestigd voordat de pomp wordt opge-
hesen. Draai zo nodig vast.
Onzorgvuldigheid tijdens tillen of transport kan per-
soonlijk letsel of schade aan de pomp veroorzaken.
4
3.1 Mechanische installatie
Zorg ervoor dat de putbodem vlak is voor-
dat u het product gaat installeren.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Schakel de voedingsspanning uit en
vergrendel de netschakelaar in positie
0.
- Alle externe spanning die op het pro-
duct is aangesloten moet worden uitge-
schakeld voordat er aan het product
wordt gewerkt.
LET OP
Heet oppervlak
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Controleer of de pomp is afgekoeld
voordat u deze aanraakt.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voorafgaand aan de installatie en de
eerste inschakeling van de pomp con-
troleert u de voedingskabel op zichtbare
defecten om kortsluiting te voorkomen.
LET OP
Biologisch gevaar
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- Spoel de pomp grondig door met
schoon water en spoel de pomponder-
delen af met water na demontage.
Putten voor dompelbare riool- en afval-
waterpompen kunnen rioolwater of
afvalwater met giftige en/of ziektever-
wekkende stoffen bevatten.
- Draag passende persoonlijke veilig-
heidsuitrusting en kleding.
- Houd de lokaal geldende veiligheidsre-
gelgeving aan.
Bevestig het bij de pomp geleverde extra typeplaatje
op de installatieplek of bewaar het bij deze instructie-
handleiding.
Houd u aan alle veiligheidsvoorschriften op de instal-
latielocatie, bijv. het gebruik van ventilatoren voor de
toevoer van frisse lucht naar de put.
Controleer het oliepeil in de oliekamer voordat u de
pomp gaat installeren. Zie paragraaf
en
-vervanging.
De pompen zijn geschikt voor verschillende typen
opstellingen die beschreven worden in paragraaf
3.1.2 Installatie met snelkoppelsysteem
3.1.3 Vrijstaande ondergedompelde
SEG.50 pompen (met hoog debiet) hebben een
gegoten DN 50 persflens. Alle overige pompen heb-
ben een gegoten DN 40 persflens.
8.4 Oliecontrole
en
opstelling.