3.2 Elektrische aansluiting
Voer de elektrische aansluiting uit in overeenstem-
ming met de lokale voorschriften.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Sluit de pomp aan op een externe net-
schakelaar met contactscheiding over-
eenkomstig EN 60204-1, 5.3.2.
- Het moet mogelijk zijn om de netscha-
kelaar in positie 0 vast te zetten. Type
en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
Sluit de pompen aan op een besturings-
kast met een motorbeveiligingsrelais met
IEC-uitschakelklasse 10 of 15.
Pompen die moeten worden opgesteld op
gevaarlijke locaties moeten worden aan-
gesloten op een besturingskast met een
motorbeveiligingsrelais met IEC-uitscha-
kelklasse 10.
De permanente opstelling moet worden
voorzien van een aardlekschakelaar.
Zorg ervoor dat zich ten minste 3 meter
vrije kabel boven het vloeistofniveau
bevindt.
8
Geen Grundfos besturingskasten, pompre-
gelaars, Ex-barrières en het vrije uiteinde
van de voedingskabel in potentieel explo-
siegevaarlijke omgevingen installeren.
De classificatie ter plekke van de opstel-
ling moet in elk individueel geval goedge-
keurd worden volgens de lokale regels.
Zorg er bij explosieveilige pompen voor
dat een externe aardgeleider wordt aange-
sloten op de externe aardklem van de
pomp via een geleider met een goed vast-
gemaakte kabelklem. Maak het oppervlak
van de externe aardgeleider schoon en
monteer de kabelklem.
De dwarsdoorsnede van de aardgeleider
2
moet ten minste 4 mm
bedragen, bijv.
type H07 V2-K (PVT 90 °) geel of groen.
Zorg ervoor dat de aarde verbinding
beschermd is tegen corrosie.
Verifieer dat alle beschermende onderde-
len correct aangesloten zijn.
Vlotterschakelaars die worden gebruikt in
mogelijk explosiegevaarlijke omgevingen
moeten voor deze toepassing zijn goedge-
keurd. Deze moeten worden aangesloten
op de Grundfos LC, LCD 108 pompbestu-
ring via de intrinsiek veilige LC-Ex4 bar-
rière om een veilig circuit te waarborgen.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Als de voedingskabel beschadigd is,
dient deze door de fabrikant, haar ser-
viceagent of door ander gekwalificeerd
personeel vervangen te worden.
Stel de motorbeveiliging in op de nominale
stroom van de pomp. De nominale stroom
staat vermeld op het typeplaatje van de
pomp.
Zorg ervoor dat de pomp is aangesloten in
overeenstemming met de instructies die in
het boekje worden gegeven.