6.2 Toepassingen
Vanwege het compacte ontwerp zijn de pompen
geschikt voor zowel tijdelijke als permanente opstel-
ling.
De pompen kunnen worden opgesteld op een voet-
bocht, of vrijstaand op de bodem van een put.
SEG pompen zijn ontworpen met een snijsysteem
dat vast materiaal in kleine stukken snijdt zodat deze
weggevoerd kunnen worden door leidingen met een
relatief kleine diameter.
SEG pompen worden in druksystemen gebruikt, bijv.
in heuvelachtige gebieden.
6.3 Te verpompen vloeistoffen
SEG pompen zijn ontworpen voor het verpompen
van deze vloeistoffen:
•
huishoudelijk afvalwater met afvoer van toiletten
•
afvalwater van restaurants, hotels, campings etc.
6.4 Explosiegevaarlijke omgeving
Gebruik explosieveilige pompen in omgevingen met
mogelijk explosiegevaar.
De pompen mogen onder geen beding ont-
vlambare of brandbare vloeistoffen ver-
pompen.
De classificatie ter plekke van de opstel-
ling moet in elk individueel geval goedge-
keurd worden volgens de lokale regels.
14
De letter X in het certificaatnummer geeft
aan dat de apparatuur onderworpen is aan
speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
De voorwaarden worden vermeld in het
certificaat en deze installatie- en bedie-
ningsinstructies.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik
van explosieveilige pompen:
1. Vervangende bouten moeten klasse
A2-70 of beter zijn, conform EN/ISO
3506-1.
2. De pomp mag niet drooglopen. Het
niveau van de verpompte vloeistof
moet worden geregeld door twee stop
niveausensoren die zijn aangesloten
op het regelcircuit van de motor. Het
minimumniveau is afhankelijk van het
installatietype en wordt vermeld in
deze installatie- en bedieningsinstruc-
ties. De pompen kunnen worden
gebruikt in werkcyclus S3, half onder-
gedompeld, of S1, volledig onderge-
dompeld.
3. Zorg ervoor dat de vaste kabel de
juiste mechanische bescherming heeft
en eindigt in een geschikt klemmen-
bord dat buiten de mogelijk explosiege-
vaarlijke omgeving is geplaatst. De
stekker van de stroomkabel mag alleen
worden losgekoppeld door de fabrikant
of diens vertegenwoordiger.
4. De thermische beveiliging in de stator-
wikkelingen heeft een nominale scha-
keltemperatuur van 150 °C die garan-
deert dat de voedingsspanning wordt
uitgeschakeld. De voedingsspanning
moet handmatig gereset worden.
5. De IP68-classificatie is beperkt tot
maximaal 10 m onderdompelings-
diepte.
6. Het temperatuurbereik is beperkt tot -
20 tot +40 C voor omgevingstempera-
tuur en 0-40 °C voor vloeistoffen.
7. Neem contact op met de fabriek met
betrekking tot het beschermingstype
"d" voor pompen en voor informatie
over de afmetingen van de vlambe-
stendige koppelstukken.
8. De vergrendelingsmoer van de kabel-
aansluiting mag uitsluitend worden ver-
vangen door een identiek exemplaar.