7.3.1 Digitaal certificaat
7.4 WLAN-interface (optioneel)
Functionaliteit:
Webserver (met wachtwoordbeveiliging).
n
–
Besturing op afstand via een webbrowser (pc, tablet,
smartphone).
VNC-server (Virtual Network Computing) (met wachtwoordbe‐
n
veiliging).
–
Overdracht van scherminformatie op een computer op
afstand voor het aansturen van het apparaat.
FTP-server (File Transfer Protocol) (met wachtwoordbeveili‐
n
ging).
–
Toegang vanaf een pc op afstand tot de SD-kaart in het
apparaat voor overdracht van gegevens (lezen en
schrijven).
Technische gegevens:
Snelheid 10 en 100 Mbit (Fast Ethernet),
n
Netwerkprotocol IPv4,
n
M12-aansluiting met D-codering,
n
DHCP-client- en serverfunctionaliteit voor het automatisch con‐
n
figureren van de netwerkinterface. Tip: Nadat een client is
geactiveerd, probeert het apparaat voor het starten gedurende
maximaal 2 minuten een DHCP-server te bereiken. Pas nadat
succesvol contact is gemaakt, wordt het apparaat gestart.
Handmatige uitgifte van netwerkparameters (IP-adres, subnet‐
n
masker, gateway).
Wanneer bij het gebruik van een digitaal certificaat een foutmel‐
ding verschijnt in de browser, bevestigt u de foutmelding zo dat u
verder kunt werken.
Bereik binnen gebouwen
Doordat de gegevensoverdracht draadloos ver‐
loopt, kan het bereik binnen gebouwen sterk
variëren. Muren en plafonds, zeker wanneer deze
uit gewapend beton bestaan, kunnen het draad‐
loze signaal sterk dempen. Ook de aanwezigheid
van elektrische installaties in de directe omgeving,
met name overige draadloze installaties (WLAN,
DECT, GSM), kunnen een grote invloed uitoefenen
op de draadloze communicatie. Principieel moet,
bij een integratie in de bestaande netwerkinfra‐
structuur van de klant, de voorkeur worden
gegeven aan het gebruik van kabels (LAN).
De WLAN-interface van het apparaat is bedoeld voor het draad‐
loos koppelen aan een klantennetwerk of de koppeling met slimme
apparaten (tablet, smartphone etc.) met als doel het systeem aan
te sturen en gegevens uit te wisselen. De WLAN-interface kan
gelijktijdig met de LAN-interface worden gebruikt
Voor het installeren van de netwerkbekabeling binnen het gebouw
wordt een grondige kennis van elektrotechnische installaties ver‐
eist.
Interfaces
77