Montage en installatie
De regelaar omschakelen naar een
meting met potentiaalvereffening
Aansluiten van de sensor zonder
potentiaalvereffening
Aansluiten van de sensor met potenti‐
aalvereffening
60
Wanneer wordt de potentiaalvereffening gebruikt?
De potentiaalvereffening wordt gebruikt, als de pH/
redox-meting door stoorpotentialen uit het meet‐
medium wordt gestoord. Stoorpotentialen kunnen
bijv. ontstaan door niet goed ontstoorde elektromo‐
toren of onvoldoende galvanische scheiding van
elektrische geleiders etc. De potentiaalvereffening
heft het stoorpotentiaal niet op maar vermindert de
invloed hiervan op de meting. Voor een optimale
situatie, de bron van het stoorpotentiaal verhelpen.
AANWIJZING!
Draadbruggen met aangesloten potentiaalvereffe‐
ning
Een meting met draadbrug en aangesloten potenti‐
aalvereffening zorgt voor foutieve meetwaarden.
Houd rekening met de volgende verschillen:
De regelaar is vanuit de fabriek ingesteld voor
metingen zonder potentiaalvereffening (asymmetri‐
sche meting).
Bij een meting met potentiaalvereffening (symme‐
trische meting), moet de instelling in het menu
[Meting] ook worden gewijzigd.
Bij een symmetrische aansluiting moet de draad‐
brug worden verwijderd en de leiding voor de
potentiaalvereffening (PA) op de klem worden aan‐
gesloten waarop voorheen de draadbrug was
geplaatst.
1.
Wijzig in het menu
[Potentiaalvereffening] naar [Ja.]
2.
Open de regelaar en verwijder de draadbrug.
De sensor wordt met de regelaar verbonden, zoals getekend in het
aansluitschema. De draadbrug in de regelaar mag niet worden ver‐
wijderd.
AANWIJZING!
Foutbronnen bij het meten met potentiaalvereffe‐
ning
Een meting zonder draadbrug en niet aangesloten
potentiaalvereffening zorgt voor foutieve meet‐
waarden.
Bij een symmetrische aansluiting moet de leiding
voor de potentiaalvereffening op de klemmen van
de regelaar worden aangesloten. Eerst moet hier‐
voor de betreffende draadbrug van deze klemmen
worden verwijderd.
[Meting] kanaal 1 of 2 de vermelding bij