Montage en installatie
6.5.4 T-verbinders
6.5.5 Afsluitweerstanden
Samenvatting
68
T-verbinders niet rechtstreeks aansluiten
T-verbinders mogen niet rechtstreeks op een eind‐
apparaat worden aangesloten. Tussen een T-ver‐
binder en een eindapparaat moet altijd een CAN-
aansluitkabel worden geplaatst.
T-verbinders zijn bedoeld voor het aansluiten van afzonderlijke
eindapparaten aan de hoofdleiding van de CAN-bus. De T-verbin‐
ders worden opgenomen in de hoofdleiding en de eindapparaten
worden aangesloten middels een maximaal 2 m lange CAN-kabel.
Het is mogelijk om T-verbinders aan elkaar te rijgen. Het aantal
rechtstreeks met elkaar verbonden T-verbinders moet, vanwege de
mechanische stabiliteit, worden beperkt tot maximaal 5 T-verbin‐
ders. Wanneer T-verbinders aan elkaar worden geregen, moet
worden gezorgd voor een afdoende mechanische bevestiging van
de T-verbinders.
De CAN-bus is een differentiële veldbus. Aan beide uiteinden van
de hoofdleiding van de CAN-bus moet een CAN-afsluitweerstand
worden gemonteerd. Afsluitweerstanden zijn beschikbaar in een
mannelijke (male) en een vrouwelijke (female) uitvoering. Door‐
gaans wordt aan één uiteinde van de hoofdleiding een mannelijke
en aan het andere uiteinde een vrouwelijke afsluitweerstand beno‐
digd. Het gebruik van meer dan twee afsluitweerstanden in een
CAN-netwerk moet worden voorkomen. Afsluitweerstanden
worden hetzij rechtstreeks aan het einde van een kabel of via een
T-verbinder gemonteerd.
Samenvatting:
Maximale lengte van de hoofdleiding van de CAN-bus: 400 m.
n
Draai schroefverbindingen uitsluitend met de hand vast en let
n
erop dat de verbinding volledig is aangedraaid, alleen dan is
deze waterdicht.
Sluit T-verbinders nooit rechtstreeks aan op een eindapparaat.
n
Aansluitleidingen naar de eindapparaten moeten zo kort moge‐
n
lijk worden gehouden, maximaal 2 m.
Bij eilandvorming mogen maximaal vier eindapparaten via een
n
aansluitleiding met de hoofdleiding worden verbonden.
Wanneer door klant geleverde M12-connectoren worden
n
gebruikt, moet worden gelet op de juiste pencodering. Bij een
ompoling kunnen de eindapparaten beschadigd raken.
De gevlochten afscherming moet beslist elektrisch met de
n
stekker worden verbonden om verzekerd te zijn van een juiste
werking.
Bij gebruik van door de klant geleverde M12-connectoren
n
moeten beslist passende adereindhulzen worden gebruikt en
moet de gevlochten afscherming kortsluitveilig in de stekkers
worden aangesloten.
Voor leidingen die langer zijn dan 50 m moet kabel van een rol
n
worden gebruikt (Li02YSCY).