Inhoudsopgave
Advertenties
Tab. 16: Toebehoren, meegeleverd
Pos.
Aantal
1
1
2
1
6.6.3 Installeren van de hoofdleiding van de CAN-bus
Benaming
Verbindingskabel – CAN, M12, 5-polig, 0,5 m
Verbindingskabel – CAN, M12, 5-polig, 1 m
Verbindingskabel – CAN, M12, 5-polig, 2 m
Verbindingskabel – CAN, M12, 5-polig, 5 m
Benaming
T-verdeler, M12, 5-polig, CAN
Verbindingskabel, CAN, M12, 5-polig, 0,5 m
1.
Bepaal hoeveel verbindingskabels u nodig heeft tussen de
externe modules.
2.
Bepaal hoeveel bevestigingsklemmen u nodig heeft voor de
verbindingskabels (ASV-buisklem,16 mm, bestelnr. 359904).
De volgorde volgens welke de externe modules zijn opgenomen in
de hoofdleiding van de CAN-bus, kan willekeurig zijn. De gebrui‐
kershandleiding toont voorbeelden van ketens van externe
modules.
Elke CAN-kabel is aan de uiteinden steeds voorzien van een
stekker of een koppeling zodat de kabels kunnen worden verlengd
door deze te koppelen.
Rangschik de externe modules per groep voor elk bassin.
Monteer en installeer als eerste de externe modules en hun aan‐
bouwdelen. Verbind de externe modules pas daarna met de hoofd‐
leiding van de CAN-bus langs de kortst mogelijke weg.
VOORZICHTIG!
Maximale lengte van de hoofdleiding
Mogelijke gevolgen: storingen.
–
De maximale lengte van de hoofdleiding van
de bus (zonder aansluitleidingen) moet kleiner
zijn dan 400 m.
VOORZICHTIG!
Aansluitleidingen
Mogelijke gevolgen: storingen.
Tussen de modules (M-, A-, G-, N-, R- en I-
modules, CAN-sensoren en doseerpompen met
CAN-Bus) moeten de meegeleverde T-stukken en
aansluitleidingen worden gebruikt.
Aansluitleidingen zijn leidingen die vanaf de hoofd‐
leiding van de CAN-bus aftakken naar de modules.
Montage en installatie
Bestelnr.
1022155
1022137
Bestelnr.
1022137
1022139
1022140
1022141
73
Advertenties
Inhoudsopgave
