4. Selecteer Aktief en selecteer vervolgens JA (om de test te starten) of NEE
(om de test te stoppen).
5. Druk op de jog-draaiknop om de test te beëindigen.
6. Druk op F2 (Verlaten) om het menu te verlaten.
Accu's testen
Selecteer Accu test om de accu's te testen. Zie "Accu-onderhoud" op pagina 149
voor meer informatie over berichten met betrekking tot de accustatus.
Ga als volgt te werk om de accu's te testen:
1. Selecteer Test in het hoofdmenu.
2. Selecteer Accu test.
Er wordt een bericht weergegeven waarin de status van de accu wordt
bevestigd op de LCD.
3. Druk op F2 (Verlaten) om het menu te verlaten.
Servicemodus activeren
Selecteer Activeer service mode j/n om het per ongeluk activeren of uitschakelen
van uitgangen of uitgangsgroepen (lokaal of op afstand) tijdens het testen te
voorkomen.
In deze modus geeft de centrale activeringsgebeurtenissen weer en voegt ze
aan het logboek toe zoals is geconfigureerd, maar activeert of deactiveert niet de
corresponderende uitgang. Hiermee kan ook de configuratie van de centrale-
gebeurtenis worden gecontroleerd en of de uitgangen niet per ongeluk zijn
geactiveerd.
Ga als volgt te werk om de servicemodus te activeren:
1. Selecteer Test in het hoofdmenu en selecteer In service mode.
2. Selecteer Activeer service mode j/n en selecteer vervolgens JA (om de
servicemodus te activeren) of NEE (om de servicemodus te deactiveren).
3. Selecteer Globaal en selecteer vervolgens JA (om de servicemodus in het
hele netwerk te activeren) of NEE (om alleen lokaal te testen).
4. Druk op F2 (Verlaten) om het menu te verlaten.
Vergeet niet om de servicemodus af te sluiten wanneer alle tests zijn voltooid.
Installatiehandleiding serie 2X-A
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
67