Hoofdstuk 5: Technische specificaties
Minimale stroom (Imin) [4]
Voedingseenheid 4 A
Centrale met twee lussen met
24-groepen-indicatiekaart, netwerkkaart
en DACT-kaart geïnstalleerd.
Voedingseenheid 6 A
Centrale met vier lussen met interne
printer, luskaart, 40-groepen-
indicatiekaart, netwerkkaart, DACT-
kaart en interfacekaart voor
randapparatuur geïnstalleerd.
Voedingseenheid 10 A
Centrale met vier lussen met interne
printer, luskaart, 40-groepen-
indicatiekaart, netwerkkaart, DACT-
kaart en interfacekaart voor
randapparatuur geïnstalleerd.
[1] Geen belasting aangesloten.
[2] Imax. a is de nominale maximum uitgangsstroom die continu geleverd kan worden.
[3] Imax. b is de nominale maximum uitgangsstroom die voor een korte duur geleverd kan
worden, gedurende welke de accu niet opgeladen hoeft te worden.
[4] Gebruik voor andere configuraties van de centrale de toepassing NeXT System Builder om
de Imin-waarde te berekenen.
Accu- en acculaderspecificaties
Raadpleeg "Compatibele accu's" op pagina 30 voor de aanbevolen
accuspecificaties.
Type
Acculaderspanning
Acculaderstroom
Voedingseenheid 4 A
Voedingseenheid 6 A
Voedingseenheid 10 A
Indicatie Lage Accu spanning
Waarschuwing systeem buiten
bedrijf
Systeem buiten bedrijf (ter
bescherming van de accu)
Interne weerstand accu (Ri max.)
154
400 mA bij 24 VDC
600 mA bij 24 VDC
600 mA bij 27,6 VDC
Verzegelde zuur-loodaccu's (2X)
27,3 V bij 20 ºC – 36 mV/ºC
Max. 1,2 A
Max. 1,2 A
Max. 2,8 A
23,6 VDC ± 1% bij 25 ºC
Opmerking:
Extra 0,2 V (max.) spanningsafname bij
Imax b-spanning in accukabels.
21,5 VDC ± 1% bij 25 ºC
21 VDC ± 1% bij 25 ºC
0,5 Ω
Installatiehandleiding serie 2X-A