Brandmeld- en foutmelduitgangen [1]
Uitgangsspaningsbereik bij
open kring
Uitgangsspaningsbereik bij
stand-by
Uitgangsspaningsbereik bij
activering
Uitgangsspaningsbereik bij
kortsluiting
[1] Afhankelijk van de stroomvereisten, kan er een lengterestrictie voor de uitgangskabel van
toepassing zijn – zie "Maximale uitgangsstroom berekenen voor werking van kabellengte"
hieronder.
[2] Tot een maximum systeemverbruik van Imax b (zie "Specificaties van voedingseenheid" op
pagina 152).
24 V auxiliary-uitgang
Maximale uitgangsstroom [1]
Configureerbare opties
[1] Tot een maximum systeemverbruik van Imax b (zie "Specificaties van voedingseenheid" op
pagina 152).
Maximale uitgangsstroom berekenen voor werking van kabellengte
Bij de maximum toegestane kabellengte voor een uitgang moet rekening worden
gehouden met de stroom die naar de uitgang moet worden geleverd.
U kunt de volgende formule gebruiken voor het berekenen van de maximum
uitgangsstoom voor de werking van de kabellengte:
I
= V
/ R
L
C
C
Waarbij:
•
I
is de maximaal toegestane stroom
L
•
V
is het maximale spanningsverlies in de kabel (zie opmerking hieronder)
C
•
R
is de gemeten totaalweerstand van de kabel
C
Bijvoorbeeld:
I
= 5 (V
) / 44 (R
) = 0,113 A (≈ 100 mA)
L
C
C
Opmerking:
Om een correcte werking van de systeemapparaten (hebben
minimaal 18 V nodig) te garanderen wanneer het paneel in de laagspannings-
waarschuwingsstatus (23 V) staat, is het maximum toegestane kabelverlies 5 V.
Installatiehandleiding serie 2X-A
-21 tot -28 VDC
-6,1 tot -13,7 VDC
21 tot 28 VDC
Minder dan -6,1 VDC
500 mA bij 25 ºC
385 mA bij 40 ºC
Herstelbaar, niet gedeactiveerd tijdens herstel (standaard), niet-
actief bij uitgeschakelde netvoeding, niet gedeactiveerd bij
accuvoeding (standaard)
Hoofdstuk 5: Technische specificaties
157