Download Print deze pagina

Aritech 2X-A Series Installatiehandleiding pagina 124

Verberg thumbnails Zie ook voor 2X-A Series:

Advertenties

Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Tabel 55: Configureerbare ingangstypes
Type
Omschrijving
OPSL.
Opgeslagen activering. Een niet-vergrendelde conditie die geen indicaties
(standaard)
genereert maar alleen wordt opgeslagen in het gebeurtenis log.
T-AL
Activering technisch alarm. Een vergrendelde conditie die wordt aangeduid op
de LCD en opgeslagen in het gebeurtenislogboek.
Dit type ingang kan worden gebruikt voor gas-detectoren.
T Ala
Activering technisch alarm. Een niet-vergrendelde conditie die wordt
aangeduid op de LCD en opgeslagen in het gebeurtenis log.
Dit type ingang kan worden gebruikt voor gas-detectoren en voor
waarschuwingsuitgangen van rookaanzuigdetectoren.
UIaT
Technische alarmingangen uitschakelen. Bij activering schakelt deze ingang
alle technische alarmingangen (al dan niet vergrendeld) uit.
Det
Detectoralarm.
Dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van Brand1-uitgangen
van rookaanzuigdetectoren.
MCP
Handbrandmelder alarm.
Dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van Brand2-uitgangen
van rookaanzuigdetectoren.
V Ala
Vooralarm (onvergrendeld).
Dit type ingang kan worden gebruikt voor het aansluiten van Actie-uitgangen
van rookaanzuigdetectoren.
RHERS
Activering herstelt de centrale op afstand. Als u opnieuw wilt herstellen, moet
de ingang uit- en weer opnieuw worden ingeschakeld.
FOUT
Externe fout. Activering genereert een vergrendelde fout, die wordt aangeduid
als een externe fout.
DAG
Dagmodus. Wanneer deze ingang is geactiveerd, schakelt de centrale over
naar de dagmodus tot aan de volgende geplande nachtmodus wijziging (of
totdat de uitgang wordt gedeactiveerd).
NACHT
Nachtmodus. Wanneer deze ingang is geactiveerd, schakelt de centrale over
naar de nachtmodus tot aan de volgende geplande dagmodus wijziging (of
totdat de uitgang wordt gedeactiveerd).
FOB
Open supervisie storingsmeldinguitgang. Door gebruik te maken van een
2010-FS-EOL einde lusmodule kan de centrale de open circuit-conditie van de
storingsmeldinguitgang controleren.
DMBV1
Bevestiging doormelding (type 1). De ingang krijgt bevestiging van de externe
centrale dat het doormeldsignaal correct is ontvangen. Als de bevestiging niet
binnen 100 seconden van de doormeldactivering wordt ontvangen, rapporteert
de centrale een doormeldingsstoring.
DMBV2
Bevestiging doormelding (type 2). De ingang krijgt bevestiging van de externe
centrale dat het doormeldsignaal correct is ontvangen. Als de bevestiging niet
binnen 240 seconden van de doormeldactivering wordt ontvangen, rapporteert
de centrale een doormeldingsstoring.
BAPP1
Bevestiging besturingsapparatuur (type 1). De ingang krijgt bevestiging van
externe besturingsapparatuur. Als de bevestiging niet binnen 100 seconden
van de activering van de besturingsapparatuur wordt ontvangen, rapporteert
de centrale een besturingsapparatuurstoring.
118
Installatiehandleiding serie 2X-A

Advertenties

loading