Advertenties
Het menu Pnl instellingen
Gebruik het menu Pnl instellingen om de datum en tijd in te stellen, de datum en
tijd in een brandmeldnetwerk te synchroniseren en de gevoeligheid voor de dag-
en nachtmodus in te stellen.
Datum en tijd
Selecteer Datum en tijd om de datum en tijd van de centrale te wijzigen.
Opmerking:
Er zijn extra datum- en tijdinstellingen (zomertijd, SNTP-opvraging,
enz.) beschikbaar. Zie "Auto datum en tijd" op pagina 103.
De datum en tijd wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Datum en tijd.
3. Geef de datum op in de notatie DD/MM/JJ (bijvoorbeeld, 10/06/09).
4. Geef de tijd op in de notatie uu:mm:ss (bijvoorbeeld, 15:03:25).
5. Selecteer eventueel JA voor Netwerk tijd synchronisatie om de datum en tijd
voor alle centrales in het brandmeldnetwerk te synchroniseren.
6. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
7. Druk op F2 (Verlaten) om het menu te verlaten.
Gevoeligheidsinstellingen dag-/nachtmodus
Selecteer de Dag/Nacht mode om de geselecteerde brandmelding- en
reactiecriteria te wijzigen op basis van eerder geconfigureerde tijdinstellingen,
zoals hieronder wordt getoond.
Opmerking:
Deze optie is niet beschikbaar op repeaterpanelen.
Tabel 22: Instellingen en pictogrammen Dag-/nachtmodus
Modus
LCD-pictogram
Dag
Nacht
Het LCD-pictogram dat de huidige modus bevestigt wordt op de LCD
weergegeven en geeft aan of de instellingen alleen voor de lokale centrale
gelden of voor alle centrales in het brandmeldnetwerk. Zie "LCD-bediening en
indicatoren" op pagina 13 voor meer informatie over LCD-indicaties.
Installatiehandleiding serie 2X-A
Omschrijving
In deze modus activeert een automatisch brandalarm (een alarm
geactiveerd door een detector) signaalgevers en doormelding
(indien ingeschakeld) na een geconfigureerde vertraging.
Afhankelijk van de configuratie kan het zijn dat detectoren een
verminderde gevoeligheidsinstelling gebruiken.
In deze modus activeert een automatisch brandalarm (een alarm
geactiveerd door een detector) signaalgevers en doormelding
(indien ingeschakeld) onmiddellijk en wordt een geconfigureerde
vertraging genegeerd. Afhankelijk van de configuratie kan het zijn
dat detectoren een verhoogde gevoeligheidsinstelling gebruiken.
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
57
Advertenties
Hoofdstukken
