Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Tests
Diagnose
Select Diagnose opties voor hulpmiddelen om te helpen met het oplossen van
problemen tijdens de installatie. De testopties worden in de onderstaande tabel
getoond.
Tabel 69: Test opties
Optie
Individueel meld.
Uitgang stroom
Spannings
waarden [1]
Lus waarden
[1] Inclusief de VIN1- en VIN2-waarden voor compacte repeaterpanelen.
Ga als volgt te werk om testopties te activeren:
1. Selecteer Test in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Test opties.
2. Selecteer de gewenste testopties.
Als de afzonderlijke meldertest is geselecteerd, geeft u de lus- en
adresdetails op voor de melder die moet worden geïnspecteerd (bijvoorbeeld,
1.089 voor melder 89 op lus 1).
3. Wanneer de test is voltooid, sluit u het diagnosemenu om terug te keren naar
de normale werking van de centrale.
Individuele melderdiagnose
De individuele melderdiagnoseopties worden in de onderstaande tabel
weergegeven. Als een opvraagmodus niet door een melder ondersteund wordt,
gebruikt de centrale de standaard opvraagmodus.
Opmerking:
Er kan een gedetailleerde melderdiagnose worden aangevraagd
door uw regionale technische ondersteuning om u te helpen bij het oplossen van
technische problemen. Gebruik de volgende tests zoals opgedragen door het
technische ondersteuningsteam en draag de testresultaten aan het team over
voor verdere analyse en hulp.
140
Omschrijving
Vraagt lusmelders op en haalt ruwe gegevens op voor melderdiagnose.
Belangrijk: Met deze optie wordt de normale detectiescan gewijzigd om de
melder alleen te pollen tijdens het testen. Dit betekent dat er geen
alarmen worden gerapporteerd door het systeem tijdens het uitvoeren van
de test.
Geeft de huidige verbruikswaarden voor de uitgangen van de centrale
weer.
Geeft de parameters weer voor de voeding en accu's van de centrale.
Geeft de spanning en stroomverbruikwaarden weer voor de lussen van de
centrale.
Installatiehandleiding serie 2X-A