Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Opmerkingen over de instellingen voor dag- en nachtmodus
Dag-/nachtmodus kunnen worden geconfigureerd om te worden gewijzigd met
een externe invoer. Afhankelijk van de instellingen van de installatie, kan het
systeem worden geconfigureerd om de instelling voor de dag-/nachtmodus met
behulp van een externe invoer te negeren tot aan de volgende
geprogrammeerde wijziging (indien van toepassing).
Centrales in hetzelfde netwerk kunnen over verschillende gevoeligheids-
instellingen voor de dag-/nachtmodus beschikken.
Indien de commandofilter als zodanig wordt geconfigureerd, kan een centrale
fungeren als een lokale dag-/nachtmodus-instelling, onafhankelijk van de andere
centrales in het netwerk. Een lokale dag-/nachtmodus-instelling wordt aangeduid
op de LCD van de lokale centrale met het desbetreffende pictogram. Zie
"Pictogrammen op de LCD" op pagina 14.
Als de centrale een repeaterpaneel is, moet u niet vergeten dat de weergegeven
dag-/nachtmodus overeenkomt met de centrales die zijn geconfigureerd voor de
globale gevoeligheidsmodus-opdracht. Sommige centrales in het netwerk
kunnen werken met lokaal gedefinieerde gevoeligheidsinstellingen.
De dag-/nachtmodus instelling voor alle centrales in een brandmeldnetwerk
maakt deel uit van het netwerkstatusrapport.
Zie "Algemene bedieningselementen" op pagina 78 voor meer informatie over
algemene bediening.
Installatiehandleiding serie 2X-A
61