Ingangen aansluiten
Ingangsfunctionaliteit
Elke centrale heeft twee bewaakte ingangen die met INPUT1 en INPUT2 zijn
gemarkeerd. Zie "Veldconfiguratie" op pagina 105 voor configuratie van de
ingang.
Ingangen aansluiten
Sluit de ingangsschakelaars aan op INPUT1 en INPUT2 zoals in Afbeelding 14
op pagina 35 wordt getoond. Installeer voor ingangsbewaking (open circuit en
kortsluiting) een weerstand van 15 kΩ.
Indien een ingang niet wordt gebruikt, moet de einde lusweerstand van 15 kΩ
tussen de ongebruikte aansluitklemmen worden geïnstalleerd om een open
circuitfout op de ingang te voorkomen.
Activeringskenmerken van de ingang
In onderstaande tabel vindt u de activeringskenmerken voor de ingang.
Tabel 15: Activeringskenmerken van de ingang
Status
Actief
Normaal
Kortsluiting circuit
Hoge impedantie-storing
Open circuit
Installatiehandleiding serie 2X-A
Activeringswaarde
60,2 Ω ≤ actieve waarde ≤ 8 kΩ
10 kΩ ≤ waarde ≤ 20,2 kΩ
≤ 60,2 Ω
8 kΩ < waarde < 10 kΩ
≥ 20,2 kΩ
Hoofdstuk 2: Installatie
39