Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Opmerkingen:
Autosetup loopt op en behoudt de tekstomschrijvingen voor eerder
geconfigureerde melders.
De OpMode-instelling voor de eerste groep moet Gemengd zijn. Tijdens
Autosetup wordt de optie om de OpMode te wijzigen in Mixed weergegeven op
het LCD-scherm – selecteer JA om de wijziging te bevestigen en door te gaan
met Autosetup of NEE om de OpMode-wijziging te weigeren en Autosetup af te
sluiten (wijzigingen negeren).
Referentiewaarde lusstroomverbruik
Een referentiewaarde voor het stroomverbruik van de lus wordt automatisch
ingesteld tijdens Autosetup en wordt beoordeeld en bijgewerkt telkens wanneer
er wijzigingen worden aangebracht in de lusconfiguratie.
Als het lusstroomverbruik de referentiewaarde overschrijdt wanneer de centrale
in stand-by staat, wordt een lusoverbelastingsfout aangegeven door een
constante Indicatie-LED Algemene storing en een lusoverbelastingsbericht op
het display van de centrale.
WAARSCHUWING:
Wanneer deze storing wordt aangegeven, is de correcte
activering van signaalgevers en/of andere kritische lusmelders bij een alarm niet
gegarandeerd. We raden u ten zeerste aan om de installatie grondig te
inspecteren om de oorzaak van het verhoogde stroomverbruik te achterhalen en
op te lossen.
Installatiehandleiding serie 2X-A
107