Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Ethernet-configuratie
Selecteer Ethernet config om de instellingen voor het bewaken van de
netwerkcommunicatie met de particuliere alarmcentrale te configureren. De
configuratieopties worden in de onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 38: Ethernet-configuratieopties
Optie
Omschrijving
Periode
Hiermee configureert u de hartslagperiode (in seconden)
Mislukt
Hiermee configureert u het minimum aantal opeenvolgende
hartslagstoringen dat is vereist om een communicatiestoring
met de particuliere alarmcentrale aan te geven
Ga als volgt te werk om de configuratie te wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer DACT config en vervolgens Ethernet config.
3. Selecteer Periode en voer vervolgens de duur in seconden (1 t/m 99) in.
4. Selecteer Mislukt en voer vervolgens de waarde (1 t/m 10) in.
5. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Terug).
6. Druk op F1 (Opslaan), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Site-configuratie
Selecteer Site config om de primaire CMS, back-up-CMS, te rapporteren
gebeurtenistypes en gebeurtenisrapportagemodus voor geconfigureerde centrale
controlestations te configureren.
Tabel 39: Configuratieopties voor locaties
Optie
Omschrijving
Primary [1]
Configureert de primaire CMS (CMS1 tot CMS7).
Backup [1]
Configureert de back-up-CMS (CMS1 tot CMS7).
Event
Configureert de te rapporteren gebeurtenistypes (zie
Tabel 40 hieronder).
FR_ERM [2]
Hiermee configureert u de gebeurtenisrapporterings-
modus voor de bijbehorende particuliere alarmcentrale:
Doormeldingsmodus (voor alarmgebeurtenistransmissie)
bij inschakeling of Gebeurtenisrapporteringsmodus bij
uitschakeling.
[1] In geval van communicatieproblemen bij het rapporteren van een gebeurtenis aan de
primaire CMS, zal de centrale de gebeurtenismelding naar de back-up-CMS sturen.
[2] De globale FR_ERM-instelling in Algemene configuratie heeft voorrang boven alle
afzonderlijke CMS-instellingen die hier geconfigureerd zijn.
98
Standaardwaarde
3
3
Standaardwaarde
NO
NO
NO
Gebeurtenis-
rapporteringsmodus
Installatiehandleiding serie 2X-A