j De zelfontspanner gebruiken
Bij <q> wordt het interval tussen de opnamen mogelijk verlengd.
Dit is afhankelijk van de opnamekwaliteit en de flitser.
Nadat u opnamen met de zelfontspanner hebt gemaakt, dient u te controleren
of de scherpstelling en de belichtingstijd van de opnamen juist zijn.
Als u niet door de zoeker kijkt bij het indrukken van de ontspanknop, bevestig dan de oculairdop (pag. 165). Als er
licht in de zoeker komt bij het indrukken van de ontspanknop, kan dit een negatief effect hebben op de belichting.
Als u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de scherpstelling (pag. 46)
op een onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u tijdens de opname.
Druk op de knop <YiQ> om de zelfontspanner uit te schakelen nadat het aftellen is begonnen.
Druk op de knop <Yi
1
Selecteer de juiste instelling voor de zelfontspanner.
2
Druk op de toets <U> om de gewenste
instelling voor de zelfontspanner te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
Q: Zelfontspanner: 10 seconden
U kunt ook de afstandsbediening
gebruiken. (pag. 164).
l: Zelfontspanner: 2 secondenN (pag. 94)
q: Zelfontspanner: 10 seconden en continu-opnamen
Druk op de toets <V> om het aantal
opnamen in te stellen (2 - 10) dat u
met de zelfontspanner wilt maken.
Maak de opname.
3
Stel scherp op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in.
U kunt de zelfontspanner in de gaten
houden door middel van het bijbehorende
lampje, de pieptoon en de aftelweergave
(in seconden) op het LCD-scherm.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, blijft het lampje van de zelfontspanner
branden en klinkt de pieptoon sneller.
>.
Q
53