Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld
Soms kan niet automatisch worden scherpgesteld
(het focusbevestigingslampje <o> knippert). Dit kan voorkomen
bij ondermeer de volgende onderwerpen:
Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
Onderwerpen met weinig contrast
Bijvoorbeeld: strakblauwe luchten, muren met een effen kleur, enz.
Onderwerpen in slecht licht
Reflecterende onderwerpen of onderwerpen met heel veel
tegenlicht
Bijvoorbeeld: auto's met een reflecterende carrosserie, enz.
Wanneer nabije en verre objecten onder de AF-punten vallen
Bijvoorbeeld: een dier in een kooi, enz.
Zich herhalende patronen
Bijvoorbeeld: vensters in een wolkenkrabber, toetsenborden, enz.
In zulke gevallen gaat u als volgt te werk:
(1) Stel in de modus 1-beeld AF scherp op een object dat op dezelfde
afstand staat als het onderwerp en vergrendel de scherpstelling
vóórdat u de compositie opnieuw bepaalt. (pag. 46).
(2) Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF> en stel
handmatig scherp.
Als er een extender (afzonderlijk verkrijgbaar) is bevestigd en het
maximale diafragma van het objectief f/5.6 of kleiner (hoger f/nummer) is,
is automatisch scherpstellen niet mogelijk (behalve in de Live mode).
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de extender voor meer informatie.
Raadpleeg pagina 106 voor de gevallen waarin niet automatisch kan
worden scherpgesteld in de Live mode.
162