Opnamen makenN
Levensduur batterij bij Live View-opnamen
Temperatuur
Bij 23 °C
Bij 0 °C
De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E5-batterij
en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
Als u automatisch scherpstelt, is het maximumaantal opnamen kleiner.
Als u lange tijd Live View-opnamen maakt, kan de temperatuur binnen
de camera oplopen, waardoor de opnamekwaliteit mogelijk minder
wordt. Schakel Live View uit wanneer u geen opnamen maakt. Als u met
een lange sluitertijd wilt werken, stopt u het gebruik van Live View tijdelijk
en wacht u enkele minuten totdat u een opname maakt.
Hoge temperaturen, hoge ISO-waarden en lange belichtingstijden
kunnen bij Live View-opnamen resulteren in ruis of afwijkende kleuren.
Wanneer u een foto neemt terwijl het beeld is vergroot, is het mogelijk
dat de belichting anders uitvalt dan gewenst. Keer voordat u een foto
neemt terug naar de volledige weergave. In de vergrote weergave
worden de sluitertijd en het diafragma rood weergegeven.
Zelfs als u in de vergrote weergave de foto neemt, wordt de opname
volledig weergegeven.
De functie voor scherpstellingsvoorkeuze bij superteleobjectieven kan
niet worden gebruikt.
Gebruik geen tussentubus of TS-E-objectief bij Live View-opnamen. Dit
kan namelijk een afwijkende of onbedoelde belichting tot gevolg hebben.
FE-vergrendeling en voorflitsen (met een externe Speedlite) kunnen niet
worden gebruikt.
U kunt niet flitsen met een flitser van een ander merk.
Er kan een raster worden weergegeven. Stel [Rasterweergave] in het
menu [6 Live view functie inst.] in op [Aan].
U kunt de timer voor lichtmeting wijzigen. Stel [Meettimer] in het menu
[6 Live view functie inst.] in.
Als u een opname met de flitser maakt, lijkt het alsof u twee opnamen
maakt. Er wordt echter maar één opname gemaakt.
100
Opnameomstandigheden
Geen flits
200
190
[Geschat aantal opnamen]
50% flits
190
180