5. Laat de nieuwe riem door de arm van de spanpoelie en
rond de spanpoelie lopen (Fig. 43).
3
1
4
5
6
Figuur 43
Bovenaanzicht
1. Buitenmoer
2. Spanpoelie
3. Arm van spanpoelie
4. Veeroogbout
6. Trek de spanpoelie in de richting die wordt aangegeven
in Figuur 43 en breng de riem op de andere poelies
(Fig. 44).
Opmerking: Controleer of 3 mm van de draad van de
veeroogbout zichtbaar is (Fig. 43).
7. Monteer de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4
Figuur 44
Bovenaanzicht
1. Drijfriem van maaidek
2. Arm van spanpoelie
3. Buitenste poelie
7
2
m–4197
5. Veer
6. 3 mm
7. Drijfriem van maaidek
1
5
2 3
m–5157
4. Veer
5. Spanpoelie
33
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact. Maak de bougiekabels(s) los van de bougie(s).
2. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
3. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de gaffels van de
voorste draaipenstangen (Fig. 45).
2
1
Figuur 45
1. R-pen en gaffelpen
4. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de achterste
draaipenstang (Fig. 46) aan beide kanten van het
maaidek.
5. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels van het
maaidek (Fig. 46) aan beide kanten van het maaidek.
Onthoud in welk gat de stelbeugel is geplaatst voor
latere montage. Schuif de beugels van de
bevestigingspen.
2
1
Figuur 46
1. R-pen en gaffelpen
2. Achterste draaipenstang
6. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem van
het maaidek te verwijderen van de motorpoelie.
7. Schuif het maaidek weg van onder de tractor.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere montage.
m–5178
2. Voorste draaipen
3
4
m–5177
3. Pen en ring
4. Stelbeugel