Pagina 1
Gebruikershandleiding Titan ZX4875, ZXM4875, ZXM5475 of ZXM6075 Zitmaaier Modelnr.—Serienummerbereik 76420—400000000 en hoger 76425—400000000 en hoger 76530—400000000 en hoger 76635—400000000 en hoger *3464-648* A 3464-648A Vertaling van het origineel (NL)
Pagina 3
De maaihoogte instellen ......................4–24 De transportvergrendeling gebruiken ..................4–24 Antiscalpeerrollen afstellen ...................... 4–25 Tips voor bediening en gebruik ....................4–25 Na de werking..........................4–26 Veiligheid na het werk........................ 4–26 De machine reinigen........................4–27 De machine transporteren......................4–27 Hoofdstuk 5: Onderhoud........................5–1 Veiligheid bij onderhoud........................
Als u service, originele onderdelen van Toro of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro.
Handleidingconventies Deze handleiding wijst u op mogelijke gevaren en bevat veiligheidswaarschuwingen die u kunt herkennen aan het waarschuwingspictogram dat wijst op een gevaar dat ernstig letsel of de dood kan veroorzaken indien u nalaat de voorgeschreven maatregelen te treffen. G405934 Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen.
Hoofdstuk 2 Veiligheid Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig of mogelijk dodelijk letsel te voorkomen. • Voordat u de motor start, moet u de instructies en waarschuwingen in deze Gebruikershandleiding en op de machine, de motor en de hulpstukken lezen, begrijpen en uitvoeren.
Hellingshoekindicator U mag deze pagina kopiëren voor persoonlijk gebruik. G011841s De maximale hellingshoek waarbij u de machine mag gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden.
Informatieve en veiligheidsstickers Informatieve en veiligheidsstickers zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Sticker onderdeel: 117-1194 Geleiding van drijfriem Motor s_decal117-1194 Sticker onderdeel: 130-0731 Waarschuwing – de machine kan voorwerpen uitwerpen;...
Pagina 9
Sticker onderdeel: 132-0872 Risico op weggeslingerde objecten – houd omstanders op een afstand. Risico op uitgeworpen voorwerpen, maaier – gebruik de machine niet met een open maaidek; gebruik een grasvanger of een geleider. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
Pagina 10
Sticker onderdeel: 144-5288 Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding. Handen of vingers kunnen worden gesneden/geamputeerd – blijf uit de buurt van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. Machine kan voorwerpen uitwerpen – houd omstanders uit de buurt; raap afval op; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats zit.
Pagina 11
Sticker onderdeel: 147-7571 Snel Langzaam s_decal147-7571 Sticker onderdeel: 147-7574 Alleen MyRIDE-modellen s_decal147-7574 Sticker onderdeel: 161-6207 Omloophendel, hendel in duwstand Omloophendel, hendel in gebruiksstand decal161-6207 3464-648A Pagina 2–6 Veiligheid: Informatieve en veiligheidsstickers...
Pagina 12
Sticker onderdeel: 161-6208 Maaihoogte de transportvergrendeling op te heffen: duw het maaidekpedaal naar voren, beweeg de hendel voor de transportvergrendelingshendel naar voren en beweeg het maaidekhefpedaal vervolgens naar achteren in de richting van de gewenste maaihoogte. decal161-6208 Veiligheid: Informatieve en veiligheidsstickers Pagina 2–7 3464-648 A...
Hoofdstuk 3 Productoverzicht G453237 Motor Hendel voor de Antiscalpeerrol transportvergrendeling MyRide® hendel voor Voorste zwenkwiel afstelling van de vering Geleider Rijhendel (alleen machines met Pen voor de maaihoogte MyRide-vering) Dop van brandstoftank Maaidekpedaal Bedieningspaneel Bedieningspaneel Gashendel Chokeklep Contactschakelaar Aftakasschakelaar Urenteller G453238 3464-648 A Pagina 3–1...
Sleutelcontact Gebruik de contactschakelaar om de machine in en uit te schakelen. Zet de motor af Laat de motor draaien Start de motor G375755s Gashendel De gashendel regelt het motortoerental en zorgt voor een continu verstelbare regeling van naar S ANGZAAM G450843 Maaimesschakelaar (aftakas)
Chokeknop Gebruik de chokeknop om een koude motor te starten. G419508 Uitgeschakeld Ingeschakeld Urenteller De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in bedrijf is geweest. Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen. Rijhendels De rijhendels worden gebruikt om de motor vooruit en achteruit te laten rijden en om bochten naar links of naar rechts te maken.
MyRide®-instelhendel voor de vering Voor machines met het MyRide-ophangingssysteem Gebruik de verstelhendel om de stoelvering in te stellen voor een soepele en comfortabele rit. Instelhendel Zachtere vering Strakkere vering G292102s Maaihoogtepen De maaihoogtepen kan in combinatie met het voetpedaal worden gebruikt om het maaidek op een specifieke maaihoogte te vergrendelen.
Een selectie van door Toro goedgekeurde werktuigen en accessoires is verkrijgbaar voor gebruik met de machine om de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of een erkende Toro distributeur, of ga naar www.Toro.com...
Hoofdstuk 4 Bediening Voorafgaand aan de werking Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk • Laat kinderen of personen die geen instructie hebben ontvangen de machine niet gebruiken of er onderhoudswerkzaamheden aan verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt. Plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met de machine werkt.
Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk (vervolg) • Controleer voordat u begint te maaien de machine om zeker te zijn dat de maai- eenheden goed werken. • Houd omstanders, met name kinderen, en huisdieren tijdens het werk uit de buurt van de machine.
Pagina 20
Veiligheidsinstructies voorafgaand aan het werk (vervolg) • Neem eventueel gemorste brandstof op. • Sla de machine en de brandstofhouder niet op plaatsen waar open vlammen, vonken of waakvlammen (bv. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn. • Gebruik de machine uitsluitend als het complete uitlaatsysteem is gemonteerd en naar behoren werkt.
Brandstof Brandstof Capaciteit 19 liter Type Loodvrije benzine Minimaal octaangetal 87 (VS) of 91 (researchoctaangetal; buiten de Ethanol Niet meer dan 10% van het volume Methanol Geen MTBE (methyl-tertiair-butylether) Niet meer dan 15% van het volume Olie Niet toevoegen aan de brandstof Gebruik uitsluitend schone, verse brandstof (minder dan 30 dagen oud) van een gerespecteerde bron.
Dagelijks onderhoud uitvoeren Voer elke dag, voordat u de machine start, de dagelijkse procedures uit die beschreven staan in het onderhoudsschema. Inrijperiode Een nieuwe motor heeft tijd nodig om vol vermogen te ontwikkelen. Maai-eenheden en aandrijfsystemen hebben meer wrijving als zij nieuw zijn, waardoor de motor extra wordt belast.
Veiligheidssysteem (vervolg) 2. Blijf zitten op de bestuurdersstoel en schakel de messchakelaar in de U -stand. Zet één van de rijhendels in de middelste, onvergrendelde stand. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. Beweeg nu de andere rijhendel. G451952 3.
De hoogte van de rijhendel afstellen U kunt de hoogte van de rijhendels afstellen, voor meer comfort. G450938 De hoek van de rijhendel afstellen U kunt de hoek van de rijhendels naar voren of achteren afstellen, voor meer comfort. 1. Draai de knop los. 2.
Omzetten naar de zijafvoer Omzetten naar zijafvoer voor maaidekken van 122 cm Plaats de bevestigingen in dezelfde openingen in het maaidek als waar deze oorspronkelijk uit verwijderd zijn. Hierdoor voorkomt u dat er openingen niet afgedekt zijn wanneer u het maaidek gebruikt.
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Moer – 5/16" (2) Slotbout – 5/16" x ¾" (2) G453336 7. Verwijder de rechter keerplaat zoals weergegeven. Moer – 5/16" (2) G453334 8. Zoek de keerplaat in de losse onderdelen. 9. Verwijder de bestaande bevestigingen zoals weergegeven en gebruik ze om de keerplaat te installeren.
Pagina 27
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Omzetten naar zijafvoer voor maaidekken van 137 cm Plaats de bevestigingen in dezelfde openingen in het maaidek als waar deze oorspronkelijk uit verwijderd zijn. Hierdoor voorkomt u dat er openingen niet afgedekt zijn wanneer u het maaidek gebruikt.
Pagina 28
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Moer – 5/16" (2) Slotbout – 5/16" x ¾" (2) G453358 7. Installeer de keerplaatbevestigingen in de open gaten. 8. Verwijder de bevestigingen waarmee de rechter keerplaat aan de rechterkant van het maaidek zijn bevestigd. Opmerking: De grasgeleider wordt voor de duidelijkheid niet getoond.
Pagina 29
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Moer – 5/16" (2) G453361 10. Zoek de keerplaat in de losse onderdelen. 11. Verwijder de bestaande bevestigingen zoals weergegeven en gebruik ze om de keerplaat te installeren. Bestaande slotbout— 5/16" x 1"(2) Bestaande moer – 5/16" (2) G453359 12.
Pagina 30
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Omzetten naar zijafvoer voor maaidekken van 152 cm Plaats de bevestigingen in dezelfde openingen in het maaidek als waar deze oorspronkelijk uit verwijderd zijn. Hierdoor voorkomt u dat er openingen niet afgedekt zijn wanneer u het maaidek gebruikt.
Pagina 31
Omzetten naar de zijafvoer (vervolg) Moer – 5/16" (2) Afstandsstuk Slotbout – 5/16" x ¾" (2) G454149 7. Verwijder de rechter keerplaat zoals weergegeven. Moer – 5/16" (3) G454148 8. Zoek de keerplaat in de losse onderdelen. 9. Verwijder de bestaande bevestigingen zoals weergegeven en gebruik ze om de keerplaat te installeren.
• Gebruik de machine niet tenzij alle schermen en veiligheidsvoorzieningen zoals de geleiders en de volledige grasvanger op hun plaats zitten en goed werken. Vervang indien nodig versleten of versleten onderdelen door originele onderdelen van Toro. • Diverse motoronderdelen, vooral de knaldemper, kunnen bijzonder heet worden. Het aanraken daarvan kan leiden tot ernstige brandwonden, en ze kunnen bladeren, gras, struiken, enz.
• Gebruik de machine enkel als sleepvoertuig als ze voorzien is van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt gesleept uitsluitend aan het sleeppunt aan de machine. • Gebruik alleen door The Toro® Company goedgekeurde accessoires en werktuigen. De machine veilig gebruiken op hellingen •...
Veiligheid tijdens het werk (vervolg) gevaarlijk kunnen zijn. Gebruik een loopmaaier of een handtrimmer om gras te maaien op deze plaatsen. Veilige zone – Gebruik de machine in deze zone op hellingen van minder dan 15° of vlakke gebieden. Gevarenzone – Gebruik een loopmaaier en/of een handtrimmer op hellingen van meer dan 15°...
Pagina 35
Veiligheid tijdens het werk (vervolg) • Hoe zwaarder een gesleepte last, hoe langer de stopafstand kan worden. Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om te stoppen. • Maak grote bochten om ervoor te zorgen dat het werktuig de machine niet raakt. 3464-648A Pagina 4–18 Bediening: Tijdens de werking...
Plaatsnemen in de bestuurderspositie Gebruik het maaidek als opstapje om de bestuurderspositie te bereiken. G453429 De motor starten Start de motor zoals weergegeven. Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de choke niet te gebruiken. BELANGRIJK Schakel de starter niet langer dan 5 seconden achter elkaar in, anders raakt de startmotor beschadigd.
De motor afzetten 1. Schakel de maaimessen uit door de aftakasschakelaar op U te zetten. 2. Zet de rijhendels in de P ARKEERSTAND 3. Zet de gashendel tussen halfgas en vol gas. 4. Draai het sleuteltje op U en verwijder het sleuteltje.
Met de machine rijden OPGELET Als de ene hendel te ver voor de andere staat zal de machine snel ronddraaien. Daardoor kunt u de beheersing over machine verliezen, wat kan leiden tot letsel aan u, of beschadiging van de machine. Verminder de snelheid van de machine voordat u een scherpe bocht maakt.
Met de machine rijden (vervolg) 2. Beweeg de rijhendels langzaam naar voren of naar achteren. Zet 1 hendel verder dan de andere hendel om te draaien. Opmerking: Hoe verder u de rijhendels in een richting beweegt, des te sneller de machine in die richting rijdt.
De messchakelaar (aftakas) bedienen (vervolg) 2. Schakel de messchakelaar in. G450387 3. Maaien, zoals gewenst. 4. Schakel de messchakelaar uit. G450388 Zijuitworp De scharnierende grasgeleider voert het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon. GEVAAR Zonder gemonteerde grasgeleider, uitworpafsluiter of complete grasvanger kunnen u of omstanders in aanraking komen met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen.
De maaihoogte instellen U kunt de maaihoogte instellen van 38 tot 127 mm, in stappen van 6,4 mm. 1. Trap het maaidekhefpedaal in om het maaidek omhoog te brengen. 2. Haal de pen uit de maaihoogtebeugel. 3. Plaats de maaihoogtepen in de opening die overeenstemt met de gewenste maaihoogte 4.
Antiscalpeerrollen afstellen Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van de antiscalpeerrollen in. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels naar buiten in de PARKEERSTAND 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Tips voor bediening en gebruik (vervolg) Maaifrequentie Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u minder vaak. Als u langere tijd niet hebt kunnen maaien, maait u eerst op een hoge maaihoogte.
Veiligheid na het werk (vervolg) • Zet de machine goed vast met spanbanden, kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als de achterste spanband moet naar beneden en naar de buitenkant van de machine lopen. De machine reinigen Reinig de machine na elk gebruik. 1.
De machine transporteren (vervolg) Vereisten voor aanhangers WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Gebruik één oprijplaat over de volledige breedte. Gebruik geen afzonderlijke oprijplaten voor elke kant van de machine.
De machine transporteren (vervolg) De machine laden WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. •...
Door niet-goedgekeurde wijzigingen aan de originele apparatuur of het gebruik van onderdelen die niet van Toro zijn, kan ernstig of fataal letsel worden veroorzaakt. • Controleer de werking van de parkeerrem regelmatig. Indien nodig moet u deze afstellen en een onderhoudsbeurt geven.
• Om veilige en optimale prestaties te verkrijgen, moet u ter vervanging alleen originele onderdelen en accessoires van Toro gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn.
BELANGRIJK Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Procedures voorafgaand aan het onderhoud Een defecte machine verplaatsen 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels naar buiten in de P ARKEERSTAND 2.
Een defecte machine verplaatsen (vervolg) 5. Schakel de parkeerrem uit door beide rijhendels omlaag te zetten in de middelste, ontgrendelde stand. Opmerking: Start de machine niet. 6. Beweeg de machine indien nodig. BELANGRIJK U moet de machine altijd met de hand duwen. Sleep de machine niet: dit kan schade veroorzaken.
Motor onderhouden Veiligheid van de motor • Houd uw handen, voeten, gezicht, andere lichaamsdelen en kleding uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Wacht tot de motor is afgekoeld voordat u met onderhoudswerkzaamheden gaat beginnen. • Verander de snelheid van de toerenregelaar niet en laat de motor het maximale toerental niet overschrijden.
Luchtfilter onderhouden (vervolg) 3. Smeer het schuimelement lichtjes in met nieuwe motorolie en knijp overtollige olie uit. Papierelement van het luchtfilter onderhoudsbeurt geven 1. Reinig het papierelement door er voorzichtig op te kloppen en het stof te verwijderen. Opmerking: Als het papierelement zeer vuil is, vervang het dan door een nieuwe papierelement.
Motorolie verversen Motorolietype Type olie Detergentolie (inclusief synthetische) van API service SJ of hoger Carterinhoud 1,9 liter met oliefilter Viscositeit Zie onderstaande tabel Het motoroliepeil controleren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels naar buiten in de PARKEERSTAND 2.
Motorolie verversen (vervolg) BELANGRIJK Als er te veel of te weinig olie zit in het carter van de motor en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen. Motorolie verversen en oliefilter vervangen 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak zodat alle olie volledig kan worden afgetapt.
Motorolie verversen (vervolg) G027477s 6. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie toe tot het peil de markering Vol bereikt. G365790s 7. Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. Bougie onderhouden Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u de bougie monteert.
Bougie onderhouden (vervolg) 3. Maak de omgeving van de onderkant van de bougie schoon om te voorkomen dat er vuil en rommel in de motor terechtkomt. 4. Verwijder de bougie. G437139 Bougie controleren BELANGRIJK Maak de bougie(s) niet schoon. Verwijder een bougie altijd als deze een zwarte laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren vertoont.
Bougie onderhouden (vervolg) De bougie monteren G455874 Ventilatorbehuizing reinigen Voor een goede koeling moet u het grasscherm, de koelribben en andere externe oppervlakken van de motor reinigen. Zorg ervoor dat de uitlaatringen weer worden gemonteerd. Draai de schroeven van de ventilatorbehuizing vast tot 4,0 Nm. BELANGRIJK Als u de motor gebruikt met een verstopt grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en/of zonder uitlaatringen, zal dit leiden tot beschadiging van de motor als gevolg van...
Brandstofonderhoud GEVAAR In bepaalde omstandigheden is brandstof uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Brandstofveiligheid, page 4–2 voor een volledige lijst van voorzorgsmaatregelen met betrekking tot brandstof. Het brandstoffilter vervangen 1.
Elektrisch systeem onderhouden Veiligheid van het elektrisch systeem • Maak de kabel los van de minpool van de accu voordat u de machine repareert. • Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur.
De accu onderhouden (vervolg) 5. Maak de pluskabel (rood) los van de accupool (+). Opmerking: Bewaar alle bevestigingsmiddelen. 6. Verwijder de bevestigingsband van de accu en til de accu uit de accubak. G440221 Bevestiging van accu Accu Stofkapje van de accupool Bout, ring en moer Minpool (–) van de accu Pluspool (+) van de accu...
De accu onderhouden (vervolg) BELANGRIJK Laad de accu niet te veel op, anders raakt die beschadigd. Pluspool van de accu Minpool van de accu Rode (+) oplaadkabel Zwarte (–) oplaadkabel G003792S 3. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact (indien van toepassing) en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen.
De accu onderhouden (vervolg) De accu plaatsen 1. Plaats de accu in de bak. 2. Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen om de pluskabel (rood) op de pluspool (+) van de accu aan te sluiten. 3. Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen om de minkabel op de minpool (–) van de accu aan te sluiten.
Machine starten met startkabel WAARSCHUWING De accu starten met een startkabel kan gassen produceren die tot ontploffing kunnen komen. Rook niet in de buurt van de accu en zorg ervoor dat er geen vonken of vlammen bij de accu komen. GEVAAR Het gebruik van startkabels als de accu in slechte staat is en gebarsten of bevroren is, of een laag accuzuurpeil heeft of open/kortgesloten cellen heeft, kan leiden tot een...
Machine starten met startkabel (vervolg) 3. Koppel de pluskabel (+) aan op de pluspool (+) van de ontladen accu die verbonden is met de starter of de solenoïde, zoals weergegeven: Pluskabel (+) van de ontladen accu Pluskabel (+) van de startaccu Minkabel (-) van de startaccu Minkabel (-) van het motorblok Startaccu...
De zekeringen onderhouden De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of circuit controleren op defecten of kortsluiting. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels naar buiten in de PARKEERSTAND 2.
De wielmoeren controleren Controleer de wielmoeren en draai ze vast tot 108 Nm. De sporing afstellen Wanneer u de machine vooruitrijdt op volle snelheid op een vlak, horizontaal oppervlak en de machine naar 1 kant trekt, moet u de sporing afstellen. Als de machine naar links trekt, moet u de rechter rijhendel afstellen;...
De riem onderhouden De riemen controleren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de rijhendels naar buiten in de P ARKEERSTAND 2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Drijfriem van maaidek vervangen (vervolg) G453683 7. Verwijder de spanpoelieveer van de maaidekhaak met een veerverwijderaar (Toro- onderdeelnummer 92-5771) om de spanning op de spanpoelie te verwijderen. WAARSCHUWING De veer is onder spanning gemonteerd en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Wees voorzichtig als u de riem verwijdert.
Pagina 69
Drijfriem van maaidek vervangen (vervolg) 11. Plaats de draadvorm vast tegen de arm van de spanpoelie zoals getoond en draai de moer vast. G453683 12. Monteer de kappen van de poelies. 13. Draai de bouten vast waarmee de afdekking van het maaidek is bevestigd. 3464-648A Pagina 5–23 Onderhoud: De riem onderhouden...
Het maaidek onderhouden Veiligheid van de messen • Controleer op gezette tijden de maaimessen op slijtage of beschadigingen. • Wees voorzichtig als u de messen controleert. Omwikkel de maaimessen of draag handschoenen en wees voorzichtig als u er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. U moet beschadigde maaimessen vervangen, u mag ze nooit recht proberen te maken of eraan lassen.
Pagina 71
Maaimessen onderhouden (vervolg) Mes, in meetstand Vlakke ondergrond Gemeten afstand tussen mes en de ondergrond (A) G451422 4. Draai hetzelfde mes 180 graden, zodat de mesrand aan de andere kant nu in dezelfde stand staat. Vorige gemeten mesrand Tegenoverliggende mesrand G451423 5.
WAARSCHUWING Als een machine wordt gebruikt na onjuiste montage van de meseenheid en/of het gebruiken van messen en bevestigingsmiddelen die niet van Toro zijn, kan een mes (onderdeel) uit het maaidek worden geworpen, wat ernstig of fataal letsel kan veroorzaken.
Maaimessen onderhouden (vervolg) 1. Installeer het mes zoals weergegeven. Opmerking: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. 2. Draai de mesbout vast tot 136-149 Nm. G451425 Maaidek horizontaal stellen Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens wanneer u het maaidek installeert of wanneer u een ongelijke maaiplek in uw gras ziet.
Pagina 74
Maaidek horizontaal stellen (vervolg) 3. Plaats 1 blad van voor naar achter. 4. Meet bij punten de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijranden van de maaimessen De rand van het voorste mes moet 1,6 tot 7,9 mm lager staan dan de rand van het achterste mes.
Maaidek horizontaal stellen (vervolg) 5. Draai de onderste bevestigingen los waarmee de beugels op de 4 hoeken van het maaidek zijn bevestigd en zorg ervoor dat het maaidek stevig op de 4 blokken zit. 6. Trek de maaidekbeugels strak en zorg dat het maaidekpedaal naar achteren tegen de aanslag is gedrukt.
Het maaidek verwijderen (vervolg) 6. Verwijder de bovenste bevestigingen waarmee de beugels aan de 4 hefarmen vastzitten. 7. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem van het maaidek te verwijderen van de motorpoelie. 8. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Het maaidek monteren (vervolg) 6. Bevestig de voorste steunstang aan de dekbeugel met de haarspeld en de sluitring. 7. Plaats de drijfriem op de motorpoelie. 8. Draai de bouten vast waarmee de afdekking van het maaidek is bevestigd. G453722 Grasgeleider vervangen GEVAAR Een open uitwerpopening kan objecten naar u en mensen in de buurt werpen.
Grasgeleider vervangen (vervolg) Stang Grasgeleider Veer Maaidekbeugels Borgpen Veer over de stang G456086 4. Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider. 5. Plaats de nieuwe grasgeleider met de beugeluiteinden tussen de gelaste beugel op het maaidek zoals weergegeven. Stang en veer geplaatst Uiteinde van de veer met lus geplaatst in de inkeping in de geleiderbeugel...
Grasgeleider vervangen (vervolg) 6. Bevestig de stang en veer door deze zo te buigen dat het korte uiteinde van de stang zich achter de voorste beugel op het maaidek bevindt. 7. Monteer de borgpen in het uiteinde van de stang. BELANGRIJK De grasgeleider moet onder veerspanning omlaag worden gehouden.
Hoofdstuk 6 Stalling Veiligheid tijdens opslag • Parkeer de machine op een gelijke ondergrond, schakel de aandrijvingen uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. •...
Pagina 81
5. De machine smeren. 6. Controleer de bandenspanning. 7. Laad de accu op. 8. Controleer de conditie van de maaimessen. 9. Bereid het brandstofsysteem voor. A. Voeg een brandstofstabilisator/conditioner op aardoliebasis toe aan de brandstof in de tank. Gebruik geen brandstofstabilisator op alcoholbasis (ethanol of methanol).
De accu stallen Opmerking: Volg de onderstaande tips om de accu goed te stallen • Als u de machine langer dan 30 dagen stalt, moet u de accu verwijderen en volledig opladen. • U moet de accu apart opslaan of in de machine laten zitten. •...
Hoofdstuk 7 Problemen oplossen De brandstoftank is ingedeukt of de machine raakt regelmatig zonder brandstof. Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel Het papierelement van het luchtfilter is Reinig het papierelement. verstopt. De motor raakt oververhit. Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De motor is te zwaar belast. De rijsnelheid verminderen.
Pagina 84
De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De brandstoftank is leeg. Vul de brandstoftank. De choke (indien aanwezig) staat niet aan. Zet de chokehendel in de -stand. Het luchtfilter is vuil. Reinig of vervang het luchtfilterelement. De bougiekabel(s) zit(ten) los of is (zijn) niet De bougiekabel(s) op de bougie monteren.
Pagina 85
De machine drijft niet aan. Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De omloopkleppen zijn open. Sluit de sleepkleppen. De tractieriemen zijn versleten, los of stuk. Neem contact op met een erkende servicedealer. De tractieriemen zitten niet op de poelies. Neem contact op met een erkende servicedealer.
Pagina 86
Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De bandenspanning is niet correct. De banden op de juiste spanning brengen. Mesas verbogen. Neem contact op met een erkende servicedealer. Messen draaien niet. Mogelijke oorzaak Corrigerende maatregel De aandrijfriem is versleten, los of stuk. Een nieuwe drijfriem monteren. De drijfriem zit niet op de poelie.