6. Meet de afstanden tussen de rand van het voorste mes
(Fig. 41) en de rand van het achterste mes tot het
horizontale oppervlak. Als de rand van het voorste mes
niet 1,6– 7,9 mm lager staat dan de rand van het
achterste mes, moet u de voorste draaipenstangen
afstellen.
Voorkant
2
4
Figuur 41
1. Mes in lengterichting
2. Afstand rand van voorste
mes
7. Om de schuinstand van de maaimachine in te stellen,
moet u de R-pen verwijderen van de gaffels van de
voorste draaipenstangen en de contramoeren losdraaien
(Fig. 42).
3
1
2
Figuur 42
1. Gaffel van voorste
draaipenstang
1078
3
1
4
3. Afstand rand van
achterste mes
4. Hier meten
m–5178
2. R-pen
3. Contramoer
8. Draai aan de gaffels op de stangen om de instelling te
veranderen (Fig. 42). Om de voorkant van de
maaimachine hoger te zetten, draait u de gaffels vaster
(maakt u de stangen korter). Om de voorkant van de
maaimachine lager te zetten, draait u de gaffels losser
(maakt u de stangen langer).
9. Nadat u de gaffels van beide draaipenstangen in gelijke
mate hebt afgesteld, zet u de gaffels vast met de
R-pennen. Controleer nogmaals de schuinstand van de
maaimachine. Stel de gaffels indien nodig bij, totdat de
rand van het voorste maaimes 1,6–7,9 mm lager staat
dan de rand van het achterste mes (Fig. 41).
10. Als de schuinstand correct is, draait u de contramoeren
vast (Fig. 40 en 42),
11. Controleer nogmaals of de maaimessen horizontaal
staan; Zie De maaimachine horizontaal stellen, blz. 30.
12. Controleer de hoogte van de anti-scalpeerrollers; zie
Anti-scalpeerrollers afstellen, blz. 16.
De riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen,
schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde
riemen.
Drijfriem van maaidek
vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het
maaien, gerafelde randen, schroeiplekken en scheuren.
Vervang de riem als u één van deze zaken constateert.
1. Zet de motor af, stel de parkeerrem in werking,
verwijder het sleuteltje en maak de bougiekabels(s) los
van de bougie(s).
2. Zet de machine op een maaihoogte van 38 mm.
3. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4. Trek de spanpoelie in de richting die wordt aangegeven
in Figuur 43, en verwijder de riem van de poelies.
Opmerking: U mag de veer niet verwijderen.
Voorzichtig
De veer is onder spanning gemonteerd en kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
Laat de veer op de veeroogbout zitten.
32