284
Verzorging van de auto
Onder het reservewiel bevindt
zich de kist met boordgereed‐
schap.
3. Als er na het verwisselen van een
wiel geen wiel in de reservewiel‐
kuip wordt gelegd, zet dan de
gereedschapskoffer vast door de
vleugelmoer zo ver mogelijk vast
te draaien en de vloerplaat te
laten zakken.
4. Leg, nadat het normale wiel weer
is teruggeplaatst, het reservewiel
met de buitenkant omhoog in de
kuip en zet hem vast met de vleu‐
gelmoer.
Slechts één compact reservewiel
monteren. De toegestane maximum‐
snelheid op het label op het tijdelijke
reservewiel geldt alleen voor de
bandenmaat af fabriek.
Reservewiel monteren
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
● Auto op een vlakke, stevige en
slipvrije ondergrond parkeren.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
● Parkeerrem aantrekken, eerste
versnelling, achteruitversnelling
of P inschakelen.
● Reservewiel verwijderen.
● Nooit meerdere wielen tegelijker‐
tijd vervangen.
● Gebruik de krik alleen om een
wiel te wisselen bij bandenpech
en niet voor de jaarlijkse
montage van winter- of zomer‐
banden.
● De krik is onderhoudsvrij.
● Bij een zachte ondergrond, een
stevige plank (max. 1 cm dik)
onder de krik leggen.
● Haal vóór het opkrikken van de
auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
● In de op te krikken auto mogen
zich geen personen of dieren
bevinden.
● Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Reinig de wielmoeren en
schroefdraad met een schone
doek voordat u het wiel monteert.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Stalen velgen met dop: Wieldop
verwijderen.
Lichtmetalen velgen: Wip wiel‐
moerdoppen met een platte
schroevendraaier los en verwijder
ze. Om de wiellak en de dop te
beschermen moet u een doek om
de punt van de schroevendraaier
wikkelen.
2. Klap de wielsleutel uit, zet deze
stevig op de wielmoer en draai
elke moer een halve slag los.