228
Rijden en bediening
Rijd nooit achteruit als u alleen op
het Info-Display hebt gekeken.
Controleer eerst de omgeving aan
de achterzijde en rondom de auto
voordat u achteruit rijdt.
Inschakelen
De waarschuwing kruisend verkeer
achter wordt bij inschakeling van de
achteruitversnelling automatisch
samen met de achteruitkijkcamera
geactiveerd.
Detectiezones
De radarsensoren aan de achterzijde
van de auto bestrijken zones van ca.
20 m 90° naar links en naar rechts. De
waarschuwing voor kruisend verkeer
achter is actief tot snelheden van
10 km/h en waarschuwt bij kruisend
verkeer achter de auto met een snel‐
heid tot 36 km/h.
Uitschakelen
De waarschuwing kruisend verkeer
achter wordt gedeactiveerd bij het
overschrijden van een bepaalde snel‐
heid voorwaarts of als de achteruit‐
versnelling gedurende ongeveer
10 seconden niet wordt ingeschakeld.
U kunt de waarschuwing kruisend
verkeer achter in het menu Persoon‐
lijke instellingen op het Info-Display
in- of uitschakelen.
Persoonlijke instellingen 3 128.
Info-Display 3 122.
Het systeem wordt geactiveerd als er
een aanhangwagen aangekoppeld is.
De deactivering wordt aangegeven
met een tekst op het Driver Informa‐
tion Centre.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
in de volgende gevallen:
● de sensoren worden geblok‐
keerd door ijs, sneeuw, modder,
stickers, magneten, metalen
plaatjes of iets anders
● u rijdt in zware regenbuien
● de auto was betrokken bij een
aanrijding of als het gebied rond
de detectiesensor beschadigd of
niet goed gerepareerd is
● bij extreme temperatuurwisselin‐
gen
● de auto trekt een aanhangwagen
Bij een storing in het systeem of als
het systeem door tijdelijke omstan‐
digheden niet operationeel is, dan
verschijnt er een melding in het Driver
Information Centre. De hulp van een
werkplaats inroepen.