164
Rijden en bediening
Aan/Uit-knop
Elektronische sleutel moet in de auto
aanwezig zijn.
Accessoirestand
Druk een keer op Engine Start/Stop
zonder het koppelings- of rempedaal
in te trappen. Het gele led-lampje in
de toets brandt. Het stuurslot wordt
losgezet en sommige elektrische
functies werken, contact is uit.
Contactstand aan
Houd Engine Start/Stop zes secon‐
den ingedrukt zonder het koppelings-
of rempedaal in te trappen. Het
groene led-lampje in de toets brandt,
de dieselmotor gloeit voor. De contro‐
lelampjes branden en de meeste
elektrische functies werken.
Motor starten
Druk kort op Engine Start/Stop
tijdens:
● handgeschakelde versnellings‐
bak: het bedienen van het koppe‐
lingspedaal,
● automatische versnellingsbak:
het bedienen van het rempedaal
met de schakelhendel in stand
P of N.
Motor starten 3 165.
Contact uit
Druk in elke modus kort op
Engine Start/Stop wanneer Autostop
is geactiveerd of wanneer de motor
draait en de auto stilstaat. Automati‐
sche versnellingsbak: schakel de
parkeerrem in en schakel P in.
Druk kort op Engine Start/Stop
zonder het koppelingspedaal of
rempedaal te bedienen in de contact‐
stand aan.
Sommige functies blijven actief tot het
bestuurdersportier wordt geopend,
mits het contact van tevoren aan was.
Motor noodgedwongen uitschakelen
tijdens het rijden
Druk meer dan 2 seconden lang op
Engine Start/Stop of druk binnen
5 seconden twee keer kort op deze
knop 3 165.
Stuurslot
Het stuurslot werkt automatisch
wanneer:
● De auto stilstaat.
● Het contact uitgeschakeld is.
● Het bestuurdersportier open‐
staat.
Het het stuurslot op door het bestuur‐
dersportier te openen en de sluiten en
de accessoiremodus in te schakelen
of de motor direct te starten.
9 Waarschuwing
Bij een lege accu is wegslepen, op
gang slepen of gebruik van hulp‐
startkabels niet toegestaan,
omdat het stuurslot dan niet kan
worden ontgrendeld.