184
Rijden en bediening
de lamp continu, zet de elektrische
parkeerrem dan los en probeer deze
weer aan te trekken.
Remassistentie
Bij het snel en krachtig intrappen van
het rempedaal remt het systeem
automatisch met maximale kracht.
Het werken van de remassistentie
blijkt mogelijk uit het pulseren van het
rempedaal en een grotere weerstand
bij het intrappen van het rempedaal.
Blijf het rempedaal voor het maken
van een noodstop gelijkmatig intrap‐
pen. Bij het loslaten van het rempe‐
daal neemt de maximale remkracht
automatisch af.
Hellingrem
Het systeem helpt onbedoelde bewe‐
gingen voorkomen tijdens het wegrij‐
den op hellingen.
Wanneer u het rempedaal loslaat
nadat u op een helling bent gestopt,
blijft de rem nog 2 seconden lang
ingeschakeld. De remmen lossen
automatisch zodra de auto begint op
te trekken. De hellingrem wordt niet
geactiveerd in een van de volgende
omstandigheden:
● er wordt een versnelling voorruit
ingeschakeld op een aflopende
helling.
● er wordt een versnelling achteruit
ingeschakeld op een oplopende
helling.
● de bestuurder heeft de veilig‐
heidsgordel losgemaakt.
● het bestuurdersportier staat
open.
Verlengde hellingrem
Auto's met een automatische versnel‐
lingsbak zijn tevens uitgerust met de
verlengde hellingrem. Deze functie
houdt de auto staande tot 5 minuten
na het loslaten van het rempedaal.
De elektrische parkeerrem wordt
automatisch ingeschakeld om te
voorkomen dat de auto in beweging
komt wanneer aan een van de
volgende voorwaarden is voldaan:
● de verlengde hellingrem wordt na
5 minuten uitgeschakeld.
● het contact wordt uitgeschakeld.
● het systeem detecteert dat de
bestuurder uitstapt.
De hellingrem en de verlengde
hellingrem zijn te selecteren in de
persoonlijke instellingen 3 128.
Let op
De hellingrem en de verlengde
hellingrem worden niet geactiveerd
in de neutrale stand. Als u tijdens
een actieve hellingrem de neutrale
stand inschakelt, wordt de helling‐
rem gedeactiveerd en kan de auto in
beweging komen.