Als er geen voorligger is of als de
voorligger buiten bereik is, worden er
twee streepjes getoond: -.- sec.
Als de adaptieve cruisecontrol actief
is, geeft deze pagina de instelling van
de gevoeligheid van de waarschu‐
wingsfunctie weer in plaats van de
ingestelde afstand tot de voorligger.
3 192.
Systeembeperkingen
In de volgende situaties zijn de pres‐
taties van de sensor indicatie afstand
tot voorligger beperkt:
● Er op bochtige of heuvelachtige
wegen wordt gereden.
● Er 's nachts wordt gereden.
● Het zicht beperkt is door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw.
● De sensor wordt geblokkeerd
door sneeuw, ijs, slijk, modder,
vuil, schade aan de voorruit of
werkt slechter door vreemde
voorwerpen, bijv. stickers.
Actieve noodrem
De actieve noodrem is deel van het
frontaanrijdingssysteem 3 128. Deze
kan helpen om de schade en letsel
door aanrijdingen met voertuigen,
voetgangers of obstakels direct vóór
de auto te beperken, indien een
aanrijding door remmen of sturen niet
langer kan worden vermeden. Voor‐
dat de actieve noodrem gaat werken,
wordt de bestuurder gewaarschuwd
Rijden en bediening
door de frontaanrijdingswaarschu‐
wing 3 203 of de voetgangersbe‐
schermingswaarschuwing vóór
3 210.
Deze functie maakt gebruik van input
uit vele bronnen (bijv. camerasensor,
radarsensor, remdruk, rijsnelheid) om
de waarschijnlijkheid van een frontale
aanrijding te berekenen.
9 Waarschuwing
Dit systeem is niet bedoeld om de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder, voor het besturen van
de auto en anticiperen op de
verkeerssituatie, over te nemen.
Het is alleen bedoeld als aanvul‐
ling om de rijsnelheid vóór een
botsing te verlagen.
Het systeem reageert mogelijk
niet op dieren. Na een plotselinge
verandering van rijstrook, heeft
het systeem enige tijd nodig om de
nieuwe voorligger te detecteren.
De bestuurder moet altijd gereed
zijn om actie te ondernemen en te
remmen en sturen om aanrijdin‐
gen te voorkomen.
207