Gebied
Geschikte schoonmaak-
middelen
Watertank
¡ Warm zeepsop
Braadthermome-
¡ Warm zeepsop
ter
18.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste: De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 27
1.
Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
19 Reinigingsfunctie
Gebruik regelmatig de reinigingsfunctie zodat het reini-
gingsvermogen van de zelfreinigende oppervlakken be-
houden blijft en er geen schade ontstaat.
De zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken vets-
petters van het bakken, braden of grillen op en breken
ze af.
De volgende oppervlakken zijn zelfreinigend:
¡ Achterwand
¡ Plafond
¡ Zijwanden
Aanwijzingen
Om na de reiniging resten schoonmaakmiddel te verwijderen met
schoon water grondig naspoelen.
Om de watertank na de reiniging te drogen, de watertank met geo-
pend deksel laten drogen. Afdichting op het deksel goed drogen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
‒
reinigingsmiddelen gebruiken.
→ "Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina 27
2.
Drogen met een zachte doek.
18.3 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte reinigen
Achterwand, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zijn zelfreinigend en hebben een ruw oppervlak.
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
▶
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte met de reinigings-
functie reinigen.
▶
Als op het display een verzoek tot reiniging ver-
schijnt, de binnenruimte met de reinigingsfunctie rei-
nigen.
▶
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
▶
Gebruik de reinigingsfunctie.
→ " Reinigingsfunctie ", Pagina 29
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
▶
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte met de reinigings-
functie reinigen.
▶
Als op het display een verzoek tot reiniging ver-
schijnt, de binnenruimte met de reinigingsfunctie rei-
nigen.
▶
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
19.1 Reinigingsadvies
Het apparaat registreert het type en de duur van de
werking van het apparaat en adviseert indien nodig om
de reinigingsfunctie te gebruiken.
Als u het apparaat inschakelt, verschijnt een aanwijzing
op het display om de reinigingsfunctie te gebruiken.
Start zo snel mogelijk de reinigingsfunctie.
Reinigingsfunctie nl
29