Gevogel-
De braadthermometer in de dikste
te
plaats van de gevogelteborst steken tot
de aanslag. Steek de braadthermometer
schuin of in de lengte in het gevogelte,
afhankelijk van de vorm.
Het gevogelte draaien en met de borst-
zijde naar beneden op het rooster leg-
gen.
Vis
Bij hele vis de braadthermometer achter
de kop in de richting van de ruggen-
graat tot de aanslag insteken.
De vis zonder hem te keren in de zwem-
stand op het rooster plaatsen, bijv. met
een halve aardappel als steun.
2.
Het product samen met de braadthermometer in de
binnenruimte plaatsen.
3.
De aansluiting van de braadthermometer in de lin-
kerbus in de binnenruimte steken.
Opmerkingen
¡ Verwijdert u de braadthermometer tijdens het ge-
bruik, dan worden alle instellingen gereset.
¡ Wilt u het product keren, verwijder de braadthermo-
meter dan niet. Controleer na het keren van het pro-
duct of de braadthermometer nog goed in het ge-
recht zit.
12.3 Braadthermometer instellen
De braadthermometer meet de temperatuur in het bin-
nenste van het product tussen 30 °C en 99 °C.
Vereisten
¡ Het product met de braadthermometer staat in de
binnenruimte.
¡ De braadthermometer is in de binnenruimte gesto-
ken.
1.
In het functiemenu "Verwarmingsmethoden", "Ge-
rechten" of "Stomen" selecteren.
2.
In de verschillende menu's op de kerntemperatuur
drukken.
Bij het functiemenu "Gerechten" de kerntemperatuur
onder "Aanpassen" instellen.
3.
De kerntemperatuur met de draaiknop instellen.
De temperatuur van de binnenruimte minstens 10
°C hoger instellen dan de kerntemperatuur.
De temperatuur van de binnenruimte niet hoger in-
stellen dan 250 °C.
4.
De werking met
starten.
a Het apparaat begint op te warmen.
a Op het display staat de tijd, hoelang het programma
al loopt en de instellingen.
a De gewenste temperatuur en kerntemperatuur staan
op het display. De actuele temperatuur of kerntem-
peratuur kunt u aan de voortgangslijn herkennen die
onder de gemarkeerde waarde ligt. De precieze
kerntemperatuur kunt u oproepen door op
drukken.
a Als het gerecht klaar is, weerklinkt een signaal. Het
apparaat warmt niet meer op. Op het display ver-
schijnt een aanwijzing.
5.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De binnenruimte, accessoires en braadthermometer
worden zeer heet.
▶
Neem hete accessoires en de braadthermometer
altijd met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
Als de kerntemperatuur is bereikt:
Het apparaat met
‒
Neem de braadthermometer uit de aansluiting in
‒
de binnenruimte.
Neem de braadthermometer uit het product en
‒
uit de binnenruimte.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
direct wijzigen.
1.
De temperatuur met de draaiknop wijzigen.
a De temperatuur wordt direct overgenomen.
2.
Om de kerntemperatuur te wijzigen, op de kerntem-
peratuur
drukken en met de draaiknop wijzigen.
a De kerntemperatuur wordt direct overgenomen.
Temperatuur bij gerechten wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
wijzigen.
1.
Op
drukken.
2.
Op "Aanpassen" drukken.
3.
De temperatuur van de binnenruimte met de draai-
knop wijzigen.
4.
Op de kerntemperatuur
5.
De kerntemperatuur met de draaiknop wijzigen.
6.
Op
drukken.
a De werking wordt voortgezet.
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1.
Onderbreek de werking met
2.
Op de verwarmingsmethode drukken.
3.
De gewenste verwarmingsmethode met de draai-
knop instellen.
a Op het display verschijnt de bijbehorende voorge-
stelde temperatuur.
12.4 Kerntemperatuur van verschillende
levensmiddelen
Hier vindt u richtwaarden voor kerntemperaturen van
verschillende levensmiddelen.
De richtwaarden hangen af van de kwaliteit en de soort
levensmiddelen. Gebruik geen diepvriesproducten.
Braadthermometer nl
te
uitschakelen.
drukken.
.
21