EasyFlow 300 S, EasyFlow 380 S Type: waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende bepalingen: • EG-richtlijn 2006/42/EG (machines).
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................3 Over dit document ..........................6 Geldigheid ............................6 Nabestelling ............................6 Andere geldende documenten ......................6 Doelgroep van dit document ......................6 Zo gebruikt u dit document ......................... 7 2.5.1 Lijsten en verwijzingen ........................ 7 2.5.2 Richtingsgegevens ........................
Pagina 4
Inhoudsopgave 3.8.1 Nabestelling van de veiligheids- en aanwijzingsstickers ............37 3.8.2 Aanbrengen van de veiligheids- en aanwijzingsstickers ............37 3.8.3 Contactpersonen ........................37 Machinebeschrijving ..........................38 Machineoverzicht ..........................38 Aanduiding ............................40 Gegevens voor aanvragen en bestellingen ..................40 4.3.1 Contactpersonen ........................
Pagina 5
Aandrijfketting opnemertrommel ....................84 11.9 Tanden vervangen ........................... 85 11.10 Tastwielen ............................86 11.11 Slijtplaten voor kuip EasyFlow 300 S ....................87 11.12 Slijtplaten voor kuip EasyFlow 380 S ....................87 11.13 Hydraulische slangen controleren ....................88 Onderhoud - Smering .......................... 89 12.1...
Mocht dit document geheel of gedeeltelijk onbruikbaar zijn geworden, dan kunt u onder vermelding van het op de titelpagina aangegeven documentnummer een vervangend document aanvragen. Contactgegevens vindt u in het hoofdstuk "Contactpersonen". Verder kan het document ook online via KRONE MEDIA https://mediathek.krone.de/ worden gedownload.
Over dit document Zo gebruikt u dit document 2.5.1 Lijsten en verwijzingen Inhoudsopgave/kopteksten: De inhoudsopgave en de kopteksten in deze handleiding zijn bedoeld om snel de weg te vinden in de hoofdstukken. Trefwoordenlijst: In de trefwoordenlijst is via trefwoorden gericht informatie over het gewenste onderwerp te vinden.
Over dit document 2.5.5 Omvang van het document In dit document worden naast de standaarduitvoering ook uitbreidingen en varianten van de machine beschreven. Uw machine kan daarvan afwijken. 2.5.6 Weergavemiddelen Symbolen in de tekst In dit document worden de volgende pictogrammen gebruikt: Handelingsstap Een punt () kenmerkt een handelingsstap die u moet uitvoeren, bijvoorbeeld: •...
Pagina 9
Over dit document Symbolen in afbeeldingen Voor de visualisering van de componenten en de handelingsstappen worden de volgende symbolen gebruikt: Symbool Toelichting Referentieteken voor component Positie van een component (bijv. van pos. I naar pos. II verplaatsen) Maten (bijv. ook B = breedte, H = hoogte, L = lengte) Handelingsstap: Schroeven met momentsleutel met aangegeven aanhaalmoment vastdraaien.
Pagina 10
Over dit document Waarschuwingsaanwijzingen Waarschuwing WAARSCHUWING! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Letsel, ernstige materiële schade. • Maatregelen voor het voorkomen van gevaar. Attentie ATTENTIE! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Materiële schade. • Maatregelen voor het vermijden van schade. Aanwijzingen met informatie en adviezen Aanwijzing Aanwijzing...
Over dit document 2.5.7 Omrekeningstabel Met de volgende tabel kunnen metrische eenheden in US-eenheden worden omgerekend. Grootheid SI-eenheden (metrisch) Factor Inch-pond eenheden Eenheden- Afkorting Eenhedenna Afkorting naam Vlakke Hectare 2,47105 Acre acres Volumestroo Liter per l/min 0,2642 US gallons minuut per minuut Kubieke m³/h...
Pagina 12
Over dit document Deze pagina werd bewust vrijgelaten.
Veiligheid Veiligheid Gebruiksdoel De KRONE grasvoorzetwerktuigen EasyFlow 300 S en EasyFlow 380 S zijn bedoeld voor het opnemen van gemaaid halm- en bladgoed. Het oogstgoed wordt toegevoerd aan de intrekbehuizing van een veldhakselaar. Gebruik volgens bestemming Deze machine is een pick-up en dient ervoor om oogstgoed op te nemen en aan de veldhakselaar toe te voeren.
– aanbrengen van niet toegestane / goedgekeurde aanvullende uitrusting – gebruik van niet originele KRONE vervangingsonderdelen – stationaire werking van de machine Eigenmachtige veranderingen aan de machine kunnen de eigenschappen van de machine en het veilig gebruik negatief beïnvloeden of de correcte werking storen. Eigenmachtige veranderingen ontslaan de fabrikant daarom van alle hieruit resulterende schadeclaims.
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Niet-inachtneming van veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen Indien de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit gevaren voor personen, het milieu en de materieel tot gevolg hebben. 3.5.1 Belang van de handleiding De handleiding is een belangrijk document en bestanddeel van de machine. Deze richt zich tot de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante aanwijzingen.
Veiligheid 3.5.3 Kwalificatie van het vakpersoneel Wanneer de uit te voeren werkzaamheden (montage, ombouw, inrichting, uitbreiding, reparatie, montage achteraf) onvakkundig aan de machine worden uitgevoerd, kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Om ongevallen te voorkomen, moet elke persoon die werkzaamheden volgens deze handleiding uitvoert, aan de volgende minimumvereisten voldoen: •...
Veiligheid 3.5.6 Constructieve wijzigingen aan de machine Niet geautoriseerde constructieve wijzigingen en uitbreidingen kunnen afbreuk doen aan de deugdelijke en veilige werking van de machine. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Constructieve wijzigingen en uitbreidingen zijn niet toegestaan. 3.5.7 Extra uitrustingen en reserveonderdelen Extra uitrustingen en vervangingsonderdelen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant,...
Veiligheid 3.5.9 Veilige werking: technisch onberispelijke toestand Gebruik alleen na correcte inbedrijfstelling Zonder correcte inbedrijfstelling volgens deze handleiding is de veilige werking van de machine niet gewaarborgd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Veiligheid 3.5.10 Gevarenzones Bij ingeschakelde machine kan rondom de machine een gevarenzone ontstaan. Om niet in de gevarenzone van de machine te geraken, moet minstens de veiligheidsafstand worden aangehouden. Wanneer de veiligheidsafstand niet in acht wordt genomen, kunnen personen ernstig gewond raken of overlijden.
Pagina 20
Veiligheid Gevarenzone tussen exact-hakselaar en voorzetwerktuig Wanneer personen zich ophouden tussen exact-hakselaar en voorzetwerktuig kunnen zij door wegrollen van de exact-hakselaar, onachtzaamheid of door machinebewegingen ernstig letsel oplopen of worden gedood. • Vóór alle werkzaamheden tussen de exact-hakselaar en het voorzetwerktuig: De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid "Machine stopzetten en beveiligen".
Veiligheid Gevarenzone door nalopende machinedelen Na het uit schakelen van de aandrijvingen, lopen de volgende machinedelen na: – Pick-up Wanneer machinedelen nalopen, kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden. • Alleen stilstaande machinedelen aanraken. 3.5.11 Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat houden Wanneer veiligheidsinrichtingen ontbreken of beschadigd zijn, kunnen bewegende machinedelen personen ernstig verwonden of doden.
Veiligheid 3.5.12 Persoonlijke veiligheidsuitrustingen Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen is een belangrijke veiligheidsmaatregel. Ontbrekende of ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verhogen het risico van gezondheidsschade en letsel van personen. Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn bijvoorbeeld: – Geschikte veiligheidshandschoenen – Veiligheidsschoenen – Nauwsluitende veiligheidskleding – Gehoorbescherming –...
Veiligheid 3.5.14 Verkeersveiligheid Gevaren bij rijden op de weg Wanneer de machine de door het nationale recht voorgeschreven maximale afmetingen en gewichten overschrijdt en niet volgens de voorschriften is verlicht, kunnen tijdens het rijden op de weg andere verkeersdeelnemers in gevaar worden gebracht. •...
Veiligheid 3.5.16 Bedrijfsstoffen Ongeschikte bedrijfsstoffen Bedrijfsstoffen die niet voldoen aan de eisen van de fabrikant, kunnen afbreuk doen aan de veilige werking van de machine en ongevallen veroorzaken. • Alleen bedrijfsstoffen gebruiken, die aan de eisen van de fabrikant voldoen. Voor de eisen die aan de bedrijfsstoffen worden gesteld, zie hoofdstuk Machinebeschrijving, "Bedrijfsstoffen".
Veiligheid 3.5.18 Gevarenbronnen aan de machine Lawaai kan gezondheidsschade veroorzaken Door de geluidshinder van de machine tijdens de werking kan gezondheidsschade worden veroorzaakt zoals hardhorendheid, doofheid of tinnitus. Bij het gebruik van de machine met hoog toerental wordt bovendien het geluidsniveau verhoogd. De hoogte van het geluiddrukniveau is hoofdzakelijk afhankelijk van de gebruikte veldhakselaar.
Veiligheid 3.5.19 Gevaren bij bepaalde werkzaamheden: Werkzaamheden aan de machine Werkzaamheden aan de stopgezette machine Wanneer de machine niet is stopgezet en beveiligd, kunnen delen onbedoeld bewegen of kan de machine zich in beweging zetten. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
– Frames of dragende bouwgroepen – Onderstel • Voor laswerkzaamheden aan de machine de toestemming door de KRONE klantenservice bezorgen en desgewenst alternatieven laten tonen. • Voor laswerkzaamheden aan de machine, de machine veilig neerzetten en van de veldhakselaar loskoppelen.
Veiligheid Veiligheidsroutines 3.6.1 Machine stopzetten en beveiligen WAARSCHUWING! Gevaar voor beknellen door bewegingen van de machine of machinedelen! Wanneer de machine niet is stilgezet, kunnen de machine of machinedelen zich onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Veiligheid 3.6.3 Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren WAARSCHUWING! Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren! Wanneer de oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel niet veilig worden uitgevoerd kan de veilige werking van de machine worden gereduceerd. Daardoor kunnen er ongevallen ontstaan. • Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren.
Veiligheid Plaats van de veiligheidsstickers op de machine EFL000043_4 Afb. 1...
Pagina 31
Veiligheid 1) Bestelnr. 939 471 1 (1x) Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor operators en derden. • Vóór de inbedrijfstelling de handleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en in acht nemen.
Pagina 33
Veiligheid 5) Bestelnr. 939 520 1 (2x) Gevaar door draaiende vijzel. Door de draaiende vijzel bestaat gevaar door binnentrekken en vastgrijpen. • Nooit in de draaiende vijzel grijpen. • Afstand houden tot bewegende machinedelen. 9 3 9 5 2 0 -1 6) Bestel-nr.
Veiligheid Positie en betekenis van de aanwijzingsstickers aan de machine Elke aanwijzingssticker is voorzien van een bestelnummer en kan direct bij de KRONE dealer worden besteld. Ontbrekende, beschadigde en onherkenbare aanwijzingsstickers moeten onmiddellijk worden vervangen. Bij het aanbrengen van aanwijzingsstickers moet het contactoppervlak op de machine schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn, zodat de stickers optimaal hechten.
Pagina 35
Veiligheid Bij uitvoering "Pendelframe-adaptatie" Afb. 4...
Pagina 36
Veiligheid 1) Best.-nr. 27 023 958 0 (4x) Aan de machine bevinden zich sjorpunten die met deze sticker zijn gemarkeerd, zie hoofdstuk rijden en transport, "Machine vastsjorren". 27 023 958 0 2Best.-nr.942 012 2 (2x) Aan de machine bevinden zich hijspunten die met deze sticker zijn gemarkeerd, zie hoofdstuk rijden en transport, "Machine optillen".
• Het aanbrengvlak moet schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn. 3.8.3 Contactpersonen Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG Heinrich-Krone-Straße 10 D-48480 Spelle (Duitsland) Telefoon: + 49 (0) 59 77/935-0 (centrale) Telefax: + 49 (0) 59 77/935-339 (centrale)
Aanwijzing Originele KRONE vervangingsonderdelen en door de fabrikaant geautoriseerde toebehoren dienen de veiligheid. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten reserveonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg.
Alle informaties, afbeeldingen en technische gegevens in deze handleiding komen overeen met de stand ten tijde van publicatie. Wijzigingen aan de constructie blijven altijd en zonder kennisgeving of opgave van redenen voorbehouden. Aanduiding EasyFlow 300 S Lengte 1.650 mm Hoogte in werkstand 1.700.mm...
Technische gegevens Bedrijfsstoffen 5.1.1 Oliën Aanduiding Vulhoeveelheid Specificatie Ingangsaandrijving 1,0 l Transmissieolie API GL4 SAE Tandwielkast 1,5 L bijv.: - Esso Spartan EP 150 - Shell Omala olie 150 - Fuchs- EP 85 W90 - Castrol EPX 90 De vulhoeveelheden van de aandrijvingen zijn richtwaarden. De correcte waarden volgen uit oliewissel/oliecontrole, zie hoofdstuk Onderhoud.
Eerste ingebruikneming Eerste ingebruikneming WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Eerste ingebruikneming Machine aan de veldhakselaars BiG X 480/530/580/630 en BiG X 680/780/880/1180 aanpassen Aanwijzing Bij de eerste aanbouw aan een veldhakselaar en bij iedere wissel van veldhakselaar moeten de posities van de vergrendelingsplaten en koppelingsschijf worden gecontroleerd en indien nodig worden aangepast.
Pagina 45
Eerste ingebruikneming Snelkoppeling voorzetwerktuig voorbereiden (bij uitvoering "Hydraulische comfort- vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" op de veldhakselaar) EFL000074_2 Afb. 9 Om de koppeling voor de aanbouw van het voorzetwerktuig voor te bereiden: • De koppelingsschijf (1) op het voorzetwerktuig reinigen. • De koppelingsschijf (2) op de veldhakselaar reinigen.
Eerste ingebruikneming 6.2.1 Vergrendelingsplaten instellen Aanwijzing De instelling van de vergrendelingsplaten rechts en links gelijk uitvoeren. EFL000046_2 Afb. 11 Om de vergrendelingsplaten (4) in te stellen: • De invoer (1) van de veldhakselaar helemaal neerlaten. • De pendelbuis (2) op de invoer horizontaal uitlijnen. •...
Pagina 47
Eerste ingebruikneming EFL000076 EFL000096_1 Afb. 12 WAARSCHUWING! Gevaar voor inklemmen door bewegende machinedelen! Ervoor zorgen dat er geen personen tussen de machine en het voorzetwerktuig aanwezig zijn. • De veldhakselaar zover tegen de machine aanrijden dat de rolgeleidingen (1) zich onder het opnamebochtstuk (2) bevinden.
Pagina 48
Eerste ingebruikneming Bij de uitvoering "Mechanische vergrendeling voorzetwerktuig met tussenas" Afb. 13 • De veldhakselaar stilzetten en borgen, zie handleiding van de veldhakselaar. • Controleren of de gatenpatronen in de vergrendelingsplaten (2) en in de pendelbuis op één lijn liggen, zodat de vergrendelingsbouten (1) kunnen worden gemonteerd en steeds met een buis-splitpen (4) kunnen worden geborgd.
Pagina 49
Eerste ingebruikneming Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" EFL000077_2 Afb. 14 • De toets "Vergrendeling voorzetwerktuig openen" van het extra toetsenveld loslaten, zie handleiding van de veldhakselaar. De vergrendelingsbouten (1) vergrendelen. • De veldhakselaar stopzetten en beveiligen, zie handleiding van de veldhakselaar. •...
Eerste ingebruikneming 6.2.2 Haakse aandrijving instellen Bij uitvoering "Hydraulische comfort-vergrendeling voorzetwerktuig met snelkoppeling" GPS00039 EFL000099 Afb. 15 De koppelingsschijf (1) van het voorzetwerktuig moet naar de koppelingstap (2) van de veldhakselaar worden uitgelijnd opdat de koppelingstap (2) centrisch in de behuizing (3) is geplaatst.
Pagina 51
Eerste ingebruikneming Koppelingsschijf monteren EFL000100_1 EFL000101_1 Afb. 17 De beschermpot en de koppelingsschijf zijn bij de levering van het grasvoorzetwerktuig niet gemonteerd, maar worden met de machine meegeleverd. Om de hoofdaandrijving in te stellen, alleen de koppelingsschijf monteren. • De koppelingsschijf (1) zo ver op het profiel (3) schuiven dat de koppelingsschijf met de schroef (2) in de groef (4) op het profiel geborgd kan worden.
Pagina 52
Eerste ingebruikneming Hellingsinstelling (I) EFL000087_2 Afb. 18 • De buisklem (1) op de tussenasbescherming (2) losmaken. • De tussenasbescherming (2) naar links lostrekken. • De schroefverbindingen (3) losdraaien. • De haakse aandrijving (4) zodanig positioneren dat de koppelingstap gelijkmatig tegen de koppelingstap aanligt.
Pagina 53
Eerste ingebruikneming Zij- en hoogte-instelling (II en III) EFL000088_2 Afb. 19 EFL000086 Afb. 20 • De schroefverbindingen (1) losdraaien. • De haakse aandrijving (2) zodanig positioneren dat de koppelingstap centrisch tot de behuizing is uitgelijnd. • De schroefverbindingen (1) weer aanhalen. Positie van de koppelingsschijf in axiale richting controleren Wanneer de haakse aandrijving in axiale richting moet worden verschoven: •...
Pagina 54
Eerste ingebruikneming Axiale instelling (IV): EFL000102_2 Afb. 21 • De 4 schroeven (1) losdraaien. • Zoveel afstandsplaten (2) aan beide kanten van de ingangstransmissie toevoegen of verwijderen tot de vastgelegde maat is bereikt. • De schroeven (1) aan beide zijden van de ingangstransmissie weer aanhalen. Positie van de koppelingsschijf controleren •...
Eerste ingebruikneming Machine aan de veldhakselaar BiG X 600-1100 aanpassen 6.3.1 Adapterframe aanpassen Aanwijzing Bij de eerste aanbouw aan de machine en bij elke wissel van de veldhakselaar moet het adapterframe aangepast worden. Aanwijzing De instelling links en rechts van het adapterframe moet op dezelfde manier worden uitgevoerd. Afb.
Pagina 56
Eerste ingebruikneming Machine aan de veldhakselaar BiG X 600–1100 koppelen EFL000 116 Afb. 25 Voorwaarde: De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Machine stopzetten en beveiligen". • De tussenas (2) van de houder (3) bij de veldhakselaar nemen en op het profiel (1) van de ingangsoverbrenging monteren.
Ingebruikneming Ingebruikneming WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Ingebruikneming Voor ingebruikneming controleren en in acht nemen • Oliepeil in de aandrijving controleren. • Het voorzetwerktuig voor de ingebruikneming grondig smeren. • Controleren of de schroeven vast zitten. • Aandrijfkettingen op juiste spanning controleren. • Veiligheidsvoorzieningen volledig monteren en afsluiten. •...
Rijden en transport Rijden en transport WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“.
Rijden en transport De machine voorbereiden voor het rijden op de weg GEVAAR! – Machinedelen kunnen ondanks uitgeschakelde aandrijving nalopen! Uitwerking: Dood of ernstig letsel. • Schakel de aandrijving uit voordat het voorzetwerktuig in de transportstand omhooggezet wordt. • Wacht tot alle machinedelen tot stilstand zijn gekomen. EFL000079_2 Afb.
Rijden en transport Machine parkeren Afb. 27 • Plaats het grasvoorzetwerktuig (1) met uitgetrokken steunvoeten (2) op een stevige en vlakke ondergrond en op een droge en schone plaats, indien nodig het opstellingsvlak van de steunvoeten vergroten door er geschikte hulpmiddelen onder te plaatsen. Let op De steunvoeten in het vijfde gat van onderen steken.
Rijden en transport Machine vastsjorren WAARSCHUWING! – Levensgevaar door ongecontroleerde beweging van de machine. Wanneer de machine bij het transport op een transportmiddel (bijv. vrachtwagen of schip) niet correct wordt vastgesjord, kan de machine ongecontroleerd gaan bewegen en daardoor personen in gevaar brengen. •...
Rijden en transport Machine optillen Waarschuwing! - Aanslag en transportmiddel niet voldoende gedimensioneerd. Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel van personen of zware beschadigingen aan de machine. Gebruik alleen aanslag- en transportmiddelen (kraan, kabels) van voldoende afmetingen!. EFL000044_3 Afb. 29 • Maak voor bedrijfsintern transport (bijv. verladen) het hefwerktuig vast aan de hiernaast afgebeelde punten.
Bediening Bediening WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Bediening Gebruik voor de werkzaamheden EFL000081_2 EFL000091_1 Afb. 31 • Zet het grasvoorzetwerktuig in de werkstand en laat deze tot op de grond dalen. • Om de werkhoogte in te stellen, de afstand van de veertanden aan de bodemomstandigheden aanpassen, zie hoofdstuk Instelling „Werkhoogte instellen“. De afstand X tussen de veertanden en de bodem moet 20 tot 30 mm bedragen.
Instellingen Instellingen WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Instellingen 10.1.2 Middelste tastwiel instellen Aanwijzing Vanaf de fabriek is de afstrijker in het bovenste gat gemonteerd. Desgewenst kan, zoals beschreven de afstand tot het tastwiel op maat a worden ingesteld. EFL000090 Afb. 33 De afstand van het middelste tastwiel (5) tot de grond moet ca. 10 tot 30 mm bedragen. Hoe te handelen: •...
Instellingen 10.1.3 Uitzetsnelheid van de gewasgeleiderol instellen Afb. 34 De uitzetsnelheid van de gewasgeleiderol kan via een smoorspoel in het hydraulisch blok (1) worden ingesteld. De in de fabriek ingestelde maat van de instelschroef bedraagt X = 3 mm. Instelschroef (3) indraaien – uitzetsnelheid wordt geringer Instelschroef (3) uitdraaien –...
Instellingen 10.2 Gewasgeleiderol 10.2.1 Hoogte-instelling EFL000057_2 Afb. 35 De gewasgeleiderol (1) zorgt voor de regeling van de materiaalstroom bij het transporteren van het oogstgoed. Hij zorgt voor een regelmatige opname van het materiaal door het grasvoorzetwerktuig. De hoogte van de gewasgeleiderol (1) moet zodanig aan de zwadhoogte worden aangepast, dat de gewasgeleiderol (2) permanent over het zwad loopt.
Instellingen 10.2.2 Positie gewasgeleiderol t.o.v. de opnametanden van de pick-up EFL000082_3 Afb. 36 De positie van de gewasgeleiderol (1) t.o.v. de opnametanden (2) van de pick-up kan overeenkomstig de zwadgrootte worden aangepast. Groot zwad = grote afstand tot de opnametanden Klein zwad = kleine afstand tot de opnametanden Ga hiervoor als volgt te werk: •...
Instellingen 10.3 Zwadgeleidingsplaat instellen EFL000022_1 Afb. 37 De zwadgeleidingsplaat (1) kan aan de zwadgrootte aangepast worden. Ga hiervoor als volgt te werk: • Draai de schroefverbindingen (2) aan beide zijden los en draai de zwadgeleidingsplaat (1) in de gewenste stand. Pos.I = klein zwad Pos.II = gemiddeld zwad Pos.III = groot zwad...
Maat X door verdraaien van de zeskante moer (4) verhogen resp. verlagen (trekveren (2) aan beide kanten gelijk instellen) Maat X verhogen = verhogen van de ontlasting Maat X verkleinen = verlagen van de ontlasting • Zeskante moer (3) borgen Basisinstelling: Maat X = min. 40 mm (EasyFLOW 300 S)
Instellingen 10.3.2 Toevoerplaten vervangen EFL000075_1 Afb. 39 Om de toevoerplaten (1) te wisselen: • Schroefverbindingen (2) losdraaien en toevoerplaat (1) demonteren. • Nieuwe toevoerplaat (1) met schroefverbindingen (2) op de transportvijzel monteren. Om bij veranderde oogstomstandigheden de toevoerplaten (1) te verschuiven: •...
Instellingen • Vijzel op aanslagbuffer neerleggen en met de hand doordraaien. De vijzel mag in geen enkele positie de vijzelbak of de afstrijklijsten raken! Daarna: • Voor de instelling van de paraboolbuffers (2) moet de vijzel (1) opgetild worden • Paraboolbuffers (2) door toevoegen of verwijderen van afstandsringen (6) zo instellen dat de afstandsmaat "X"...
• Alleen originele reserveonderdelen van KRONE en door de fabrikant geautoriseerde toebehoren gebruiken. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten reserveonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg.
Onderhoud 11.4 Onderhoudstabel Aanwijzing Om een goed gebruik van de machine te bevorderen en de slijtage te beperken, moeten bepaalde onderhoudsintervallen worden aangehouden. Hiertoe behoren o.a. het reinigen, invetten, smeren en olien van onderdelen en componenten. Onderhoudsinterval Onderhoudswerkzaamheden Haakse hoofdoverbrenging Oliepeilcontrole Oliewissel Tandwielkast...
Pagina 77
Onderhoud Onderhoudsinterval Onderhoudswerkzaamheden Koppeling Koppelingsschijf op slijtage controleren Hydraulische installatie Hydraulische slangen controleren, zie hoofdstuk Onderhoud, "Hydraulische slangen controleren" Aanpassing aan veldhakselaar Controleren of de vergrendelingsplaat spelingvrij aansluit op de centreerdriehoeken (bij uitvoering "Aanpassing met pendelrol"). Indien nodig de vergrendelingsplaten afstellen, zie hoofdstuk Eerste inbedrijfstelling "Vergrendelingsplaten instellen".
Onderhoud 11.5 Aandraaimomenten Afwijkende aandraaimomenten Alle schroefverbindingen moeten principieel met de hierna vermelde aandraaimomenten worden vastgedraaid. Afwijkingen van de tabel zijn overeenkomstig gemarkeerd. 11.5.1 Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad AANWIJZING De tabel geldt niet voor verzonken schroeven met binnenzeskant wanneer de verzonken schroef over de binnenzeskant wordt aangehaald.
Onderhoud 11.5.2 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad A = Maat schroefdraad Aandraaimoment in Nm (indien niet anders is aangegeven) (Sterkteklasse staat op de schroefkop) Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5 M20x1,5 M24x2 1121 1312 M27x2 1148 1635 1914 M30x1,5 2100...
Onderhoud 11.5.4 Aandraaimomenten voor sluitschroeven en ontluchtingsventielen aan aandrijvingen AANWIJZING De aandraaimomenten gelden alleen voor de montage van sluitschroeven, kijkglazen en beluchtingsfilters/ontluchtingsfilters en ontluchtingsventielen in de aandrijving met gietwerk, aluminium en stalen behuizingen. Onder het begrip sluitschroef vallen de aftapschroef, de controleschroef, de beluchtingsfilters/ontluchtingsfilters.
Onderhoud 11.6 Ingangsaandrijvingen Let op Controleer het oliepeil en ververs de olie terwijl de aandrijving in een horizontaal stand staat! EFL000061_2 Afb. 42 Controleschroef / controleboring Aftapschroef Vulschroef / vulboring • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Onderhoud 11.7 Tandwielkast Let op Controleer het oliepeil en ververs de olie terwijl het voorzetwerktuig in een verticale stand staat! EFL000027_2 Afb. 43 Vulschroef met ventilatiefilter/vulboring Aftapschroef Controleschroef / controleboring • De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olie- en filterelementvervanging veilig uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig uitvoeren".
Onderhoud 11.8 Aandrijfkettingen Aanwijzing Controleer de voorspanning van de aandrijfkettingen elke 10 bedrijfsuren en corrigeer deze indien nodig. EFL000062_1 Afb. 44 • De beschermafdekking (1) op sluiting (2) openen. Afb. 45 Om het doorhangen van de aandrijfkettingen te meten: • De trekzijde (2) gering belasten.
Onderhoud 11.8.1 Aandrijfketting transportvijzel Aanwijzing Controleer de voorspanning van de aandrijfketting (1) en corrigeer indien nodig met het spanwiel (2). EFL000063 Afb. 46 • Maak de asbout (2) los (linkse schroefdraad). • Draai de contramoer (3) los en corrigeer de voorspanning van de ketting (1) door de zeskantmoer (4) te draaien.
Onderhoud 11.9 Tanden vervangen Aanwijzing Tanden voor elk gebruik en na het botsen tegen een hindernis controleren. Versleten, beschadigde of vervormde tanden moeten onmiddellijk worden vervangen. Afb.48 • Vier bevestigingsschroeven (3) uitdraaien, afstrijker (2) naar voren uittrekken. EFL000066_2 Afb.49 • De schroefverbinding (1) losdraaien en veertanden (2) met verliesbeveiliging (4) en drukplaat (5) afnemen.
Onderhoud 11.10 Tastwielen EFL000084_2 Afb. 50 • De bandenspanning controleren: volgens onderhoudstabel. Bandenspanning = 2,4 bar (34,8 psi). • De borgmoer (2) controleren en vastdraaien: volgens onderhoudstabel. Aandraaimoment = 85 Nm • Controleer de banden van de tastwielen (1) op beschadiging: volgens onderhoudstabel. Indien sneden of breuken in de banden aanwezig zijn: •...
Onderhoud 11.11 Slijtplaten voor kuip EasyFlow 300 S EFL000067_1 Afb. 51 De slijtplaten (1 - 4) van de kuip zijn onderhevig aan een natuurlijke belastingsslijtage door het oogstgoed en moeten daarom eenmaal per jaar uiterlijk voor seizoenbegin op slijtage worden gecontroleerd en evt.
Onderhoud 11.13 Hydraulische slangen controleren 250 BAR 43/2010 250 BAR 43/2010 EFL000026 Afb. 53 Hydraulische slangen zijn onderhevig aan natuurlijke veroudering. Daardoor is de gebruiksduur begrensd. De aanbevolen gebruiksduur bedraagt 6 jaar, daarin inbegrepen is een maximale opslagduur van hoogstens 2 jaar. De fabricagedatum is op de hydraulische slangen afgedrukt. Bij de controle van de hydraulische slangen moeten de landspecifieke voorschriften (bijv.: BGVU) in acht worden genomen.
Onderhoud - Smering Onderhoud - Smering 12.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften Gevaar! - Bij reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen aan de machine kunnen aandrijfelementen in beweging komen. Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. • Motor van de veldhakselaar uitzetten en contactsleutel verwijderen. •...
Onderhoud - Smering 12.2 Smeerschema Smeer de hierna vermelde smeerpunten overeenkomstig de aangegeven bedrijfsuren. EFL000085_2 Afb. 54 Punten om de 10 bedrijfsuren met olie smeren.
Pagina 91
Onderhoud - Smering Smeerpunten elke 50 bedrijfsuren smeren. Smeerpunten elke 100 bedrijfsuren smeren. Smeerpunten elke 250 bedrijfsuren smeren.
Gebruik steeds uitsluitend originele KRONE onderdelen. Laat noodzakelijke reparatiewerkzaamheden meteen na het oogstseizoen uitvoeren. Maak een verzamellijst van alle benodigde delen. Daardoor kan uw KRONE-leverancier uw bestelling gemakkelijker afhandelen. U hebt deze zekerheid dat uw machine bij het begin van het nieuwe...
Voor begin van het nieuwe seizoen Voor begin van het nieuwe seizoen 14.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften Gevaar! - Bij reparatie-, onderhouds-, reinigingswerkzaamheden of technische ingrepen aan de machine kunnen aandrijfelementen in beweging komen. Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. •...
Verwijdering van de machine Verwijdering van de machine 15.1 De machine verwijderen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke bestanddelen van de machine volgens voorschrift worden verwijderd. De in het desbetreffende land geldende, actuele voorschriften voor afvalverwijdering en de hiervoor geldende wetten moeten in acht worden genomen.
Indexopgave Indexopgave Hoe te handelen in gevaarlijke situaties en bij ongevallen ............27 Aanbrengen van de veiligheids- en Hydraulische slangen controleren ..... 88 aanwijzingsstickers ......... 37 Aandraaimomenten ..........78 Aandraaimomenten voor sluitschroeven en Ingangsaandrijvingen ......... 81 ontluchtingsventielen aan aandrijvingen ..80 Ingebruikneming ..........
Pagina 96
Rijden op de weg machine voorbereiden........60 Weergavemiddelen ..........8 aanwijzingen met informatie en adviezen ..10 Slijtplaten voor kuip EasyFlow 300 S ....87 afbeeldingen ............. 7 Slijtplaten voor kuip EasyFlow 380 S ....87 waarschuwingsaanwijzingen ......10 Smeerschema ............. 90 Werkplekken aan de machine ......