Autosetup doet het volgende:
•
Alle geactiveerde melders (inclusief groepmodules) toewijzen aan groep 1
•
Alle signaalgevers toewijzen aan de standaard signaalgeversuitganggroep
(uitganggroep nummer 1)
•
Alle onbewaakte uitgangsmodules (relais) toewijzen aan de standaard
programma-uitganggroep (uitganggroep nummer 301)
•
Alle blussystemen toewijzen aan de standaard blusuitganggroep
(uitganggroep nummer 801)
Blusuitganggroepen worden alleen geactiveerd met een bevestigd alarm. Ze
worden niet geactiveerd door groepsalarmen en regels.
•
Alle doormeldingsuitgangen (indien van toepassing) toewijzen aan de
standaard doormeldingsuitganggroep (uitganggroep nummer 971)
•
Alle besturingsapparaatuitgangen (indien van toepassing) toewijzen aan de
standaard besturingsapparaatuitganggroep (uitganggroep nummer 981)
•
De standaard eerste groep toewijzen aan groep 1
Standaard activeren alle groepen alle uitganggroepen zonder vertraging.
Opmerking:
Autosetup loopt op en behoudt de tekstomschrijvingen voor eerder
geconfigureerde melders.
Lus melder config
Selecteer de optie Lus melder config om handmatig melders toe te voegen of de
instellingen voor de standaardconfiguratie na autosetup te wijzigen.
Ga als volgt te werk om een melder toe te voegen of de configuratie van
een melder te wijzigen:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Lus
melder config.
2. Selecteer de overeenkomstige lus en melder.
Voor nieuwe melders wordt een bericht weergegeven.
3. Breng de vereiste configuratiewijzigingen aan (type melder,
bedieningsmodus, tekst, enz.).
4. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Verlaten).
5. Druk op F1 (Onthouden), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
2X Series Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
85