Download Print deze pagina

Aritech 2X Series Installatiehandleiding pagina 111

Verberg thumbnails Zie ook voor 2X Series:

Advertenties

7. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Verlaten).
8. Druk op F1 (Onthouden), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Nadat een vertraging is geconfigureerd, moet deze worden ingeschakeld.
Geconfigureerde vertragingen worden alleen ingeschakeld voor alarmen die
door een melder zijn geactiveerd. Alle geconfigureerde vertragingen worden
genegeerd door alarmen die zijn geactiveerd door een handbrandmelder.
Geconfigureerde vertragingen kunnen worden ingeschakeld of uitgeschakeld
door de programmering van gevoeligheidsmodes (dag/nacht mode), externe
apparatuur door middel van geprogrammeerde invoer of vertragingsknoppen
van de gebruikersinterface.
Standaard verwerkt de centrale geen vertragingen in de nachtmode. Vergeet niet
dat de nachtmode kan worden geactiveerd door de dag/nachtmode-planning, de
vakantiekalender of door externe equipment. Voor specifieke toepassingen kan
eventueel een vertraging in de nacht mode worden geconfigureerd. Zie "Extra
instellingen dag/nacht mode" op pagina 49.
Gebruik deze opties voor het configureren van de activering van signaalgevers
en doormeldingen met 2 minuten voor elke groep in alarm in het
brandmeldnetwerk, binnen het groepsbereik van de brandmeldcentrale.
Opmerkingen
Globale vertragingsopties stellen alleen de vertraging in van de groepen die
zijn ingeschakeld voor activering van de signaalgever- of doormeldingszone.
Bijvoorbeeld, als signaalgevers en doormelding worden geactiveerd voor
groep 1 met een vertraging van 10 seconden en voor groep 5 met een
vertraging van 2 minuten, zullen door het selecteren van deze optie, de
signaalgevers en doormelding met dezelfde vertraging worden geactiveerd
na alarmen in groep 1 of 5, en zullen ze niet worden geactiveerd voor alle
overige groepen.
Met de optie In voor alle groepen kan de gebruiker de vertraging toepassen
op alle groepen (inclusief de groepen die eerder zijn geconfigueerd om de
uitgangszone niet te activeren).
Per Groep (signaalgevers, doormelding, besturingsapparaat of programma)
Selecteer de optie Per Groep om uitgangszones met verschillende vertragingen
te activeren (inclusief geen activering), afhankelijk van welke groep het alarm
heeft geactiveerd.
Alle uitgangen die zijn toegewezen aan de uitgangszone worden geactiveerd,
afhankelijk van de alarmen in het brandmeldnetwerk, in het lokale groepenbereik
van de centrale en met verschillende vertragingen.
2X Series Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
105

Advertenties

loading