Overzicht van centrale 5 De gebruikersinterface 5 Bedieningsknoppen en indicatoren 6 Hoorbare indicatoren 13 Statusindicaties centrale 13 Bediening van het bedieningspaneel 21 Gebruikersniveaus 21 Bediening openbaar gebruikersniveau 21 Bediening operator gebruikersniveau 23 Onderhoud 32 Informatie over regelgeving 33 1X-X3E Series Bedieningshandleiding...
Hoewel tijdens het maken van deze handleiding alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen om ervoor te zorgen dat de inhoud van deze handleiding nauwkeurig is, is UTCFS niet verantwoordelijk voor fouten of weglatingen. 1X-X3E Series Bedieningshandleiding...
Introductie Dit is de bedieningshandleiding voor de 1X-X3E Series bluscentrale en bedieningspaneel van uw brandalarm. Lees voordat u dit product bedient aandachtig deze instructies en alle verwante documentatie volledig door. Het bedieningspaneel voorziet drie branddetectiezones (Z1, Z2 en Z3) en verschillende handbrandmelders (HBM) en controle-ingangen waarmee de blusacties voor een enkel blusgebied gecontroleerd worden.
Pagina 6
Tabel 1: Alarmstatussen centrale Alarmstatus Beschrijving Blusvooraktivatie Er werd een alarm in de ene branddetectiezone gedetecteerd maar er moet een alarm in een andere branddetectiezone gedetecteerd worden de blusgebeurtenis te activeren. In deze status worden evacuatiesirenes onmiddellijk geactiveerd met een constante toon. Indien evacuatie beschikbaar is, wordt het geactiveerd na een geconfigureerde vertraging.
Overzicht van centrale Dit onderwerp biedt een introductie tot de interface, bedieningsknoppen en indicatoren van het bedieningspaneel. De gebruikersinterface Afbeelding 1: De gebruikersinterface 1. Zoneknoppen en LED's (Z1, Z2, Z3) 17. LED's Ext. blus status 2. LED voeding 18. Knop en LED reset 3.
BS 7273 gebruikersinterface Voor centrales die zijn geconfigureerd voor BS 7273 zijn de labels voor sommige interfaceknoppen anders. Zie Tabel 2 onderstaand. Tabel 2: Geconfigureerde wijzigingen aan interfaceknoppen en LED's Item BS 7273 gebruikersinterface Knop en LED's voor automatische/handmatige modus en alleen handmatige modus LED's voor uitschakelaar voor blusproces Bedieningsknoppen en indicatoren In de volgende tabel ziet u een overzicht van de bedieningsknoppen en...
Pagina 9
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving Vooraktivatieknop Rood/Geel Schakelt de blusgebeurtenis uit (wanneer deze en LED's wordt ingedrukt met de knop uitgeschakeld (algemeen). Een knipperend rode LED wijst op een blusvooraktivatie. Een constante rode LED wijst op: • Een blusactivatie als de rode LED voor vrijgave is gedoofd, snel of traag knippert •...
Pagina 10
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving Knop en LED's Geel Activeert een eerder geconfigureerde Brand sounders evacuatiesirenevertraging of schakelt deze uit. vertrag Schakelt de evacuatiesirenes uit of test deze (wanneer deze tegelijkertijd met de knop Uitgeschakeld (algemeen) of Test (algemeen) wordt ingedrukt).
Pagina 11
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving eigendommen te garanderen). Een constante LED wijst op een uitschakeling. Raadpleeg uw systeeminstallateur om te bepalen of deze optie geconfigureerd is op uw systeem. LED netwerkfout Geel Wijst op een netwerkfout. Netwerken is optioneel. Raadpleeg uw systeeminstallateur om te bepalen of deze optie geconfigureerd is op uw systeem.
Pagina 12
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving LED's Ext. blus Rood/Geel Wijst op de flowstatus van het blusgas. status Een constante rode LED wijst erop dat het blusgas werd vrijgegeven uit de fles en in het blusgebied. Een knipperende gele LED wijst op een bekabelingsfout van een open circuit of kortsluiting.
Pagina 13
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving Numeriek Wordt gebruikt om het wachtwoord voor bediendeel en operatorniveau in te voeren. Enter-knop De Enter-knop wordt ook gebruikt om geselecteerde functies uit te schakelen of te testen (wanneer deze wordt ingedrukt met de knop Uitgeschakeld (algemeen) of Test).
Pagina 14
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving Een HBM annul. fout verhindert dat het paneel in de aktivatiestatus gaat (omwille van levensbedreigende problemen) en het activeren van de aandrijving (om de eigendommen te beschermen). Uitschakelaar voor Geel Een continu opgelichte gele LED bovenaan wijst blusproces erop dat de blusgebeurtenis is uitgeschakeld.
Item Knop/LED Kleur LED Beschrijving Aan-knop en Rood/Geel Heft de geconfigureerde vertraging op (wanneer LED's voor deze wordt uitgevoerd) en activeert evacuatie. waarschuwing Schakelt evaluatie uit of test deze (wanneer deze tegelijkertijd met de knop Uitgeschakeld (algemeen) of Test (algemeen) wordt ingedrukt). Een knipperende rode LED wijst erop dat evacuatie geactiveerd is.
Pagina 16
Brandalarm (alleen brand) De brandalarmstatus geldt voor zones die niet gekoppeld zijn aan het blusgebied en dienst doen als alleen-brand zones. Een brandalarm in een detectiezone die niet gekoppeld is aan het blusgebied wordt als volgt aangeduid: • LED's voor algemeen brandalarm: Knipperend indien het alarm geactiveerd werd door een detector.
Pagina 17
modus wordt geactiveerd of een fout- of uitschakelingstoestand van een blusapparaat verhindert de activatie. • De 'start'-handmelder wordt ingedrukt maar een fout of uitschakelings- toestand van een blusapparaat verhindert de activatie. De blusvooraktivatiestatus wordt als volgt aangeduid: • LED voor vooractivatie: Knipperend rode LED. •...
Pagina 18
• De 'start'-handmelder wordt ingedrukt Een blusaktivatiestatus wordt als volgt aangeduid: • LED voor vooractivatie: Continu rood. • LED's voor zone: Knipperend rood (voor zones in brandalarm). Deze knipperen altijd (wijzen op detectoralarmen) voor blusdetectiezones aangezien deze zones als automatisch worden beschouwd (maar indicaties kunnen variëren voor andere panelen in een netwerk).
Pagina 19
Mode A: Wanneer de HBM Houd geactiveerd is, gaat het aftellen van de aandrijvingsvertraging verder, maar het paneel wordt verhinderd om in de blusaktivatiestatus te gaan. Wanneer de HBM Houd gedeactiveerd werd, bepaalt het aftellen van de vertraging wanneer het paneel in de blusaktivatiestatus gaat. In Mode A schakelt aktivatie van de HBM Houd de HBM Houd LED in, die ingeschakeld blijft totdat het paneel handmatig gereset wordt.
Pagina 20
• LED voor Optisch paneel Aan: Continu om aan te geven dat de uitgang om het optische waarschuwingspaneel of -bord te activeren actief is. • LED voor reset: Traag knipperend, om aan te geven dat de manuele reset verhinderd werd totdat de geconfigureerde vertraging verstrijkt. De brandalarmindicaties zijn aan als gewoonlijk indien de blusgebeurtenis die de vrijgave veroorzaakte geen aktivatie van het start handmeldpunt was.
Pagina 21
• Uitgeschakelde veiligheid door bewaking worden aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue LED deur fout/buiten dienst. • Een uitgeschakelde flowbewaking van het blusgas wordt aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue gele LED voor Ext. blus status.
Pagina 22
• Start, wacht, of annuleren blushandbrandmeldertests worden aangegeven met een continue LED Algemene test en een continue gele LED voor HBM Start, HBM Houd of HBM Annuleren. • Tests van uitschakelaars voor het blusproces worden aangeduid met een continu opgelichte LED voor algemene tests en een continu opgelichte gele LED voor Uitschakelaar voor het blusproces.
Bediening van het bedieningspaneel Gebruikersniveaus Omwille van veiligheidsredenen zijn sommige functies van dit product beperkt tot specifieke gebruikersniveaus. Onderstaand worden de toegangsprivileges beschreven van ieder gebruikersniveau. Openbare gebruiker Het openbare gebruikersniveau is het standaard gebruikersniveau. Op dit niveau zijn basis bedieningstaken toegestaan, zoals het reageren op een brandalarm of storingswaarschuwingen op de centrale.
Pagina 24
Met de bediening van het openbare gebruikersniveau kunt u: • Een systeemgebeurtenis erkennen en de zoemer van de centrale stopzetten • Een actieve vertraging voor de evacuatiesirenes annuleren • Een actieve vertraging voor waarschuwingen annuleren • Een test van de LED van de centrale en zoemer uitvoeren Een systeemgebeurtenis erkennen en de zoemer van de centrale stopzetten Druk op de knop Stop zoemer om een systeemgebeurtenis te erkennen en de...
Een test van de LED van het bedieningspaneel en zoemer uitvoeren Doe het volgende om een test van de LED van de centrale en zoemer uit te voeren: Druk op de Test-knop en houd deze 3 seconden of langer ingedrukt. De test wordt als volgt aangegeven: •...
Pagina 26
Centrale resetten Opmerking: Onderzoek alle alarmen en systeemfouten voordat u de centrale reset. Druk op de Reset-knop om de centrale opnieuw in te stellen en alle huidige systeemgebeurtenissen te wissen. Systeemevenementen die niet zijn opgelost, blijven gemarkeerd wanneer het resetproces voltooit. De Reset-knop wordt uitgeschakeld wanneer de central in de blusaktivatiestatus gaat (de Reset-LED knippert om de uitschakeling aan te geven).
Pagina 27
Een geconfigureerde vertraging van de evacuatiesirenekan nog steeds geannuleerd worden terwijl de vertraging voortduurt (en de sirenes geactiveerd zijn), door te drukken op de knop Evacuatiesirenevertraging. Merk op dat de sirenefunctionaliteit onderhevig aan systeemconfiguratie en, afhankelijk van wat uw installatie- of onderhoudscontractant heeft geselecteerd, kunnen stopgezette sirenes automatisch opnieuw opstarten wanneer een andere alarmgebeurtenis werd gedetecteerd.
Pagina 28
Druk de knop Uitgeschakeld (algemeen) en druk vervolgens opnieuw op de knop Evacuatiesirenesvertraging om de evacuatiesirenes in te schakelen. Druk de knop Uitgeschakeld (algemeen) en druk vervolgens opnieuw op de knop Blussirenes aan om de blussirenes te activeren. Een evacuatiesirenevertraging uitschakelen of activeren Om een geconfigureerde (en geactiveerde) evacuatiesirenevertraging uit te schakelen, drukt u op de knop Evacuatiesirenesvertraging.
Pagina 29
Een evacuatievertraging uitschakelen of activeren Om een geconfigureerde (en geactiveerde) evacuatievertraging uit te schakelen, drukt u op de knop Evacuatievertraging. Druk opnieuw op de knop om de vertraging te activeren. Evacuatie testen Opmerking: Voordat u waarschuwingstests uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de waarschuwingssignalen niet zijn aangesloten of moet u de brandweer op de hoogte stellen van de tests.
Pagina 30
Wanneer een alarm geactiveerd is in een zone die getest wordt: • De LED voor de alarmzone is continu opgelicht of knippert, afhankelijk van de bron van het alarm • Waarschuwingen en andere zoneafhankelijke functies zijn niet geactiveerd • Tenzij anders geconfigureerd, worden de evacuatiesirenes gedurende 5 seconden geactiveerd en is de LED voor Brand sounders start/stop continu opgelicht (zie opmerking hieronder) •...
Pagina 31
Andere blusapparaten uitschakelen De apparaten die vermeld worden in Tabel 4 kunnen ook uitgeschakeld worden op het operator gebruikersniveau. Om een van deze apparaten uit te schakelen drukt u op de knop Uitschakelen (algemeen) gedurende meer dan 3 seconden, druk op de 1 en 3 knoppen (de knoppen Omhoog en Omlaag) om de uit te schakelen optie te selecteren (de overeenkomstige LED knippert) en druk vervolgens op Enter om de uitschakeling te bevestigen.
Pagina 32
De testtoestand wordt aangegeven door: • Een continu opgelichte LED voor algemene tests • Een continu opgelichte LED voor tests van het overeenkomstige apparaat Om een testtoestand te verlaten drukt u gedurende meer dan 3 seconden op de knop Test (algemeen), druk op de knoppen 1 en 3 om de optie te selecteren en druk vervolgens op Enter.
Pagina 33
De alleen manuele werkmode instellen Indien de centrale niet geconfigureerd is om een externe ingang te gebruiken om naar alleen manuele mode te schakelen, drukt u op de knop manuele mode op het bedieningspaneel. Alleen manuele mode wordt aangegeven door een continue Manuele mode LED.
Onderhoud Voer de volgende onderhoudstaken uit om zeker te stellen dat uw brandalarmsysteem correct werkt en voldoet aan alle vereiste Europese voorschriften. WAARSCHUWING: Risico op overlijden of ernstig letsel. Koppel de blusgasaandrijving los van het bedieningspaneel voordat u de opdracht voor uitgangstest voor de aandrijving geeft.
Informatie over regelgeving Europese normen voor brandbewakings- en indicatie-apparatuur Deze centrales werden ontworpen in overeenstemming met de Europese normen: EN 54-2, EN 54-4 en EN 12094-1. Bovendien voldoen alle modellen aan de volgende EN 54-2 en EN 12094-1 optionele vereisten. Tabel 7: EN 54-2 optionele vereisten Optie Beschrijving...
Pagina 36
Europese richtlijnen voor bouwproducten In deze sectie vindt u zowel regelgevende informatie als een samenvatting van de verklaarde prestaties volgens de Bouwproductenrichtlijn 305/2011. Voor gedetailleerde informatie raadpleegt u de Prestatieverklaring (DoP). Tabel 9: Informatie over regelgeving Certificering Certificerende instantie 0370 Fabrikant UTC CCS Manufacturing Polska Sp.