Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Afbeelding 23: USB- en JP4-aansluitingen op de PCB van de centrale
1. USB-aansluitingen
2. JP4
Printerconfiguratie
Selecteer de optie Printerconfiguratie om de externe of interne printers
te configureren, indien beschikbaar. De configuratieopties worden in de
onderstaande tabel getoond. Standaard zijn alle printerconfiguratieopties
uitgeschakeld.
Tabel 28: Printerconfiguratieopties
Optie
Gebruikt
RportMd [1]
NWEvent [2]
Alarm [2]
Storing [2]
Cond [2]
StatCH [2]
[1] Deze optie is niet beschikbaar voor interne printers.
[2] Wanneer RportMd is aangevinkt, worden deze systeemgebeurtenissen niet afgedrukt.
Ga als volgt te werk om de configuratie te wijzigen:
1. Selecteer Pnl instellingen in het hoofdmenu.
2. Selecteer Meer instellingen en selecteer vervolgens Printerconfiguratie.
78
Beschrijving
Hiermee configureert u de printerstatus (in gebruik of niet in gebruik)
Hiermee configureert u de externe printer voor het afdrukken van
rapporten
Hiermee configureert u het afdrukken van systeemgebeurtenissen voor
alle centrales in het netwerk
Hiermee configureert u het afdrukken van alarmgebeurtenissen
Hiermee configureert u het afdrukken van storingsgebeurtenissen
Hiermee configureert u het afdrukken van conditiegebeurtenissen
Hiermee configureert u het afdrukken van
statusveranderingsgebeurtenissen (bijvoorbeeld ingangen en
uitgangen)
2X Series Installatiehandleiding