Einde luscomponenten voor uitgangen zijn opgenomen in de accessoirekit die bij
uw centrale is verschaft.
Opmerking:
Uitgangsafsluiting verschilt voor gangbare en EN 54-13-
installatietypes. Let erop dat de juiste afsluiting wordt geïnstalleerd voor uw
installatie.
Uitgangspolariteit
Alle uitgangen zijn polariteitgevoelig. Houd rekening met de polariteit of installeer
een diodetype 1N4007 of een soortgelijke diode om omgekeerde
activeringsproblemen als gevolg van supervisie van omgekeerde polariteit te
voorkomen.
Externe apparaten aansluiten
Sluit externe apparaten aan op 24V AUX zoals in Afbeelding 12 op pagina 30
wordt aangegeven.
Configureerbare uitgangen
Het aantal configureerbare uitgangen is afhankelijk van het model centrale, zoals
hieronder wordt getoond.
Tabel 13: Configureerbare uitgangen voor panelen [1]
Centrale
Centrale met één lus
Centrale met twee lussen 4 (OUT1 t/m OUT4)
Centrale met twee lussen
en lusuitbreidingskaart
[1] Herhaal panelen beschikken niet over configureerbare uitgangen.
Configureerbare opties voor elke uitgang zijn als volgt:
•
Signaalgeveruitgang (standaardinstelling)
•
Doormelduitgang
•
Besturingsapparaatuitgangen
•
Programmeeroptie
•
Brandmelduitgang
•
Foutuitgang
Zie "Veldconfiguratie" op pagina 84 voor configuratie van de uitgang.
Configureerbare uitgangen aansluiten
Sluit Klasse B configureerbare uitgangen aan zoals wordt getoond in
Afbeelding 12 op pagina 30. Sluit Klasse A configureerbare uitgangen aan zoals
wordt getoond in Afbeelding 13 op pagina 31.
Gebruik bij het aansluiten van signaalgevers en flitslichten alleen modellen die op
de compatibiliteitslijst staan die bij uw centrale is geleverd.
2X Series Installatiehandleiding
Configureerbare uitgangen
(Klasse B)
2 (OUT1 en OUT2)
8 (OUT1 t/m OUT8)
Hoofdstuk 2: Installatie
Configureerbare uitgangen
(Klasse A)
1 (OUT1/OUT2)
2 (OUT1/OUT2 en OUT3/OUT4)
4 (OUT1/OUT2, OUT3/OUT4,
OUT5/OUT6 en OUT7/OUT8)
35