Busconfiguratie
Let op:
Gebruik de busnetwerkconfiguratie alleen wanneer de meldgroepen en
verplichte EN 54-2 uitgangsfuncties (signaalgever- en doormelduitgangen) niet
extern zijn tussen centrales.
Busnetwerkconfiguratie wordt niet aanbevolen. De configuratie voorziet niet
in redundantie in het transmissiepad en maakt een brandmeldnetwerk veel
kwetsbaarder voor fouten.
Sluit de centrales voor een busconfiguratie (klasse B) op de onderstaande
wijze aan.
Afbeelding 19: Busconfiguratie brandmeldnetwerk
Een externe printer of ASCII-terminal aansluiten
Als u centralegebeurtenissen in real-time wilt afdrukken, sluit u een externe
EPSON LX300-printer of ASCII-terminal aan op COM0 of COM1.
Opmerking:
Voor deze optie is de 2010-2-232-KIT vereist (niet meegeleverd).
Deze kit bevat een kabel van 3 m en de 2010-2-232-IB-isolatiekaart die is vereist
voor externe RS-232-apparaataansluitingen.
Seriële poortaansluitingen voor elk uitgangstype worden hieronder getoond.
Tabel 14: Seriële poortaansluitingen
Seriële poort
Uitgangsapparaat
COM0
EPSON LX300-printer
COM1
ASCII-terminal
Zie Afbeelding 4 op pagina 21 voor connectoraansluiting van de seriële COM-
poort en RS-232 interfacekaart.
Zie "Printerconfiguratie" op pagina 78 voor configuratieopties.
2X Series Installatiehandleiding
Hoofdstuk 2: Installatie
39