Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Onderzoekstijd
Selecteer de optie Onderzoekstijd om de duur (in seconden) te configureren
van de onderzoekstijd voor de geconfigureerde onderzoeksmode. De minimum,
maximum en standaardwaarden voor elke mode worden in de onderstaande
tabel getoond.
Tabel 56: Onderzoekstijdwaarden per mode
Onderzoeksmode
Tijd handmatige bevestiging
Uitgebreide doormeldvertraging (voor
Scandinavië)
Uitgebreide doormeldvertraging (voor
Nederland)
[1] De maximumwaarde moet minder zijn dan de minimum vertraging om een signaalgever of
doormeldingszone te activeren.
[2] De minimumwaarde moet groter zijn dan de maximum activeringsvertraging voor elke
doormeldingszone.
Waarschuwingstijd
Selecteer de optie Waarschuwingstijd om een waarschuwingstijd te configureren
voor toepassingen met vereisten voor waarschuwingssignalen (signaalgevers
voor de tweede fase).
Opmerking:
Als een waarschuwingsvertraging is vereist, moet deze
afzonderlijk worden geconfigureerd (zie "Vertragingen voor uitgangszones van
signaalgevers, doormelding, besturingsapparatuur en programma" op pagina
103).
Met deze opie laten signaalgevers het waarschuwingssignaal klinken gedurende
een geconfigureerde periode (de waarschuwingstijd). Aan het eind van de
waarschuwingstijd, verandert het signaal van de signaalgever in het
evacuatiesignaal (het waarschuwingssignaal blijft klinken gedurende de
geconfigureerde vertraging die voorafgaat aan het evacuatiesignaal). Zie
Afbeelding 24 en Afbeelding 25 op pagina 111 hieronder, voor voorbeelden
van vertragingen met en zonder vereisten voor de tweede fase.
Opmerking:
De signalen van de signaalgevers zijn geconfigureerd in het
corresponderende configuratiescherm van het apparaat.
Er zijn drie configureerbare perioden, zoals in de onderstaande tabel wordt
getoond.
110
Minimum
Maximaal
30 seconden
Zie opmerking [1] 60 seconden
Zie opmerking [2] 600 seconden
Zie opmerking [2] 600 seconden
Standaard
60 seconden
60 seconden
2X Series Installatiehandleiding