7. Selecteer Vertraging en geef vervolgens de vereiste bevestigingsvertraging
op (in seconden).
De vertraging telt af nadat de knop Bevestigen is ingedrukt, voordat de
toegewezen uitgangszone wordt geactiveerd. De maximum
vertragingswaarde is 600 seconden.
8. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Verlaten).
9. Druk op F1 (Onthouden), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Activering configuratie
Selecteer de opties voor Activering configuratie om de activeringsvertragingen
voor uitgangszones, onderzoekstijden en algemeen signaalgeversgedrag
(signaalgevers stoppen en gebruik voor tweede fase) te configureren.
Opmerking:
Deze optie is niet beschikbaar op herhaal panelen.
De opties voor de configuratie van vertragingen worden in de onderstaande tabel
getoond.
Tabel 52: Opties voor Activering configuratie
Optie
Signaalgevers
Doormelding
Besturingsapparaat
Programmeren
Per Groep
Algemene
vertragingen
Vertragingen voor uitgangszones van signaalgevers, doormelding,
besturingsapparatuur en programma
Selecteer een type uitgangszone voor het configureren van vertragingen
(inclusief geen activering) voor uitgangszones van signaalgever, doormelding,
besturingsapparatuur en programma voor alle groepen.
2X Series Installatiehandleiding
Beschrijving
Hiermee configureert u de activering van signaalgeverzones met groepen
in alarm. Een waarschuwingsvertraging kan ook worden geconfigureerd
als de vertragingsoptie voor de tweede fase is vereist.
Hiermee configureert u de activering van doormeldingszones met
groepen in alarm.
Hiermee configureert u de activering van besturingsapparaatzones met
groepen in alarm.
Hiermee configureert u de activering van programmazones met groepen
in alarm.
Hiermee configureert u de activering van uitgangszones voor elke
afzonderlijke groep in alarm. Voor elke groep kan een andere
activeringsvertraging voor de uitgangszone (inclusief geen activering)
worden toegewezen voor elke geconfigureerde uitgangszone.
Hiermee configureert u de uitschakelingstijd voor het stoppen van
signaalgevers, de maximum bevestigingstijd voor het uitbreiden van
doormeldvertragingen en de waarschuwingstijd voor
signaalgevertoepassingen in de tweede fase
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
103