Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Bijvoorbeeld, selecteer deze optie om uitgangszone nummer 5 te activeren
(signaalgevers, doormelding, besturingsapparatuur of programma) met een
vertraging van 10 seconden voor een alarm in groep 1 en met een vertraging
van 2 minuten voor een melderalarm in groep 5.
Ga als volgt te werk om vertragingsopties per groep te configureren:
1. Selecteer Installatie setup in het hoofdmenu en selecteer vervolgens
Activering configuratie.
2. Selecteer Per Groep.
3. Selecteer de groep en selecteer vervolgens de uitgangszone waarvan u de
vertraging wilt configureren voor de geselecteerde groep.
De corresponderende configuratieopties van de uitgangszone worden voor de
geselecteerde groep op het scherm weergegeven.
4. Selecteer Actief en selecteer vervolgens JA of NEE om de activering van de
uitgangszone voor de groep te definiëren.
5. Geef de vereiste vertraging op in minuten en seconden.
De maximum vertragingswaarde voor de uitgangszones van signaalgevers,
doormelding en besturingsapparatuur is 10 minuten. De maximum
vertragingswaarde voor uitgangszones van programma's is 16 minuten en
40 seconden.
6. Geef indien vereist een waarschuwingsvertraging (in minuten en seconden)
op voor de uitgangszones van signaalgevers in toepassingen met
waarschuwingssignalen (signaalgevers van de tweede fase).
Een waarschuwingsvertraging wordt alleen aangehouden indien ook
de corresponderende waarschuwingstijd wordt geconfigureerd (zie
"Waarschuwingstijd" op pagina 110 voor meer informatie over deze optie).
De maximum waarschuwingsvertraging is 10 minuten.
7. Druk op F4 (Enter) en vervolgens op F1 (Verlaten).
8. Druk op F1 (Onthouden), F3 (Toepassen), F4 (Verwijderen) of F2 (Verlaten).
Vergeet niet om de opgeslagen instellingen toe te passen vanuit het
hoofdmenu.
Uitgangen die zijn toegewezen aan een uitgangszone (bijvoorbeeld uitgangszone
5 SIGN) worden geactiveerd op basis van alarmen in het brandmeldnetwerk en
met de corresponderende vertragingen.
Als u bijvoorbeeld beschikt over een centrale met één lus waarbij de eerste
groep is ingesteld op 100 en u wilt uitgangszone nummer 5 van de signaalgever
configureren, kan het volgende worden geconfigureerd met deze optie:
•
Geen activering voor groepen 100 t/m 119
•
Activering met een vertraging van 10 seconden voor groepen 120 t/m 139
•
Activering met geen vertraging voor groepen 140 t/m 163
106
2X Series Installatiehandleiding