Belangrijke informatie Beperkingen van aansprakelijkheid Tot op het maximale niveau zoals toegestaan door de toepasselijke wet, zal Carrier in geen enkel geval aansprakelijk zijn voor eventuele verloren winsten of zakelijke klanten, verlies van gebruik, bedrijfsonderbreking, verlies van gegevens of enige andere indirecte, speciale, incidentele of gevolgschade onder een aansprakelijkheidstheorie, hetzij op basis van contract, schade, verwaarlozing, productaansprakelijkheid of anderzijds.
Adviserende berichten Raadgevende berichten wijzen u op toestanden of praktijken die ongewenste resultaten kunnen veroorzaken. De raadgevende berichten die in dit document gebruikt worden, worden onderstaand weergegeven en beschreven. WAARSCHUWING: Waarschuwingsberichten adviseren u over risico's die kunnen resulteren in letsel of overlijden. Ze vertellen u welke acties u moet nemen of vermijden om het letsel of het overlijden te voorkomen.
Introductie Dit is de bedieningshandleiding voor de 1X-X3 bluscentrale en bedieningspaneel van uw brandalarm. Lees voordat u dit product bedient aandachtig deze instructies en alle verwante documentatie volledig door. Het bedieningspaneel voorziet drie branddetectiezones (Z1, Z2 en Z3) en verschillende handbrandmelders (HBM) en controle-ingangen waarmee de blusacties voor een enkel blusgebied gecontroleerd worden.
Pagina 8
Alarmstatus Beschrijving Indien het blusaktivatie-alarm niet geannuleerd werd (door te drukken op een handbrandmeldpunt “blussing annuleren”) of gepauzeerd werd (door te drukken op een handbrandmeldpunt “blussing vertragen”), gaat het systeem na de geconfigureerde vertraging door naar de blusvrijgavestatus. De standaardvertraging is 10 seconden, maar dit kan geconfigureerd worden voor maximaal 60 seconden.
Bedieningspaneel overzicht Dit onderwerp biedt een introductie tot de interface, bedieningsknoppen en indicatoren van het bedieningspaneel. De gebruikersinterface Afbeelding 1: De gebruikersinterface 1. Zoneknoppen en LED's (Z1, Z2, Z3) 16. LED's lage druk 2. LED voeding 17. LED’s ext. blusstatus 3.
Bedieningsknoppen en indicatoren In de volgende tabel ziet u een overzicht van de bedieningsknoppen en indicatoren van het bedieningspaneel. Itemnummers verwijzen naar Afbeelding 1 op pagina 3. De bedieningsfuncties die hier beschreven worden zijn mogelijk niet beschikbaar voor alle gebruikers. In het onderwerp “Bediening van het bedieningspaneel” op pagina 20 vindt u meer informatie over de bediening van de centrale en de gebruikersbeperkingen.
Pagina 11
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving Vooraktivatieknop Rood/Geel Schakelt de blusgebeurtenis uit (wanneer deze en LED's wordt ingedrukt met de knop uitgeschakeld (algemeen). Een knipperend rode LED wijst op een blusvooraktivatie. Een constante rode LED wijst op: • Een blusaktivatie indien de rode Vrijgegeven LED uit is, snel of traag knippert •...
Pagina 12
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving Vertragingsknop en Geel Activeert een eerder geconfigureerde LED's brandsoundervertraging of schakelt deze uit. brandsounders Schakelt de brandsounders uit of test deze (wanneer deze tegelijkertijd met de knop Uitgeschakeld (algemeen) of Test (algemeen) wordt ingedrukt). Een continue LED wijst erop dat een vertraging geconfigureerd en geactiveerd is.
Pagina 13
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving Een constante LED wijst op een uitschakeling. Raadpleeg uw systeeminstallateur om te bepalen of deze optie geconfigureerd is op uw systeem. LED voor Geel Wijst op een netwerkfout. Netwerken is optioneel. netwerkfout Raadpleeg uw systeeminstallateur om te bepalen of deze optie geconfigureerd is op uw systeem.
Pagina 14
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving Flow-LED's blusgas Rood/Geel Wijst op de flowstatus van het blusgas. Een constante rode LED wijst erop dat het blusgas werd vrijgegeven uit de fles en in het blusgebied. Een knipperende gele LED wijst op een bekabelingsfout van een open circuit of kortsluiting.
Pagina 15
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving Numeriek Wordt gebruikt om het wachtwoord voor bediendeel en operatorniveau in te voeren. Enter-knop De Enter-knop wordt ook gebruikt om geselecteerde functies uit te schakelen of te testen (wanneer deze wordt ingedrukt met de knop Uitgeschakeld (algemeen) of Test). Manuele mode-knop Geel Wordt gebruikt om over te schakelen van alleen...
Pagina 16
Item Knop/LED LED-kleur Beschrijving HBM Houd LED's Rood/Geel Wijst op de status wacht handbrandmelder. Een continue rode LED wijst erop dat een wacht blushandbrandmelder actief is en dat het blusproces gepauzeerd werd. Een knipperende gele LED wijst op een bekabelingsfout van een open circuit of kortsluiting.
Hoorbare indicatoren De zoemer van de centrale doet dienst als een hoorbare indicator om systeemgebeurtenissen aan te geven. Deze laat mogelijk een constante toon of een onderbroken toon horen. Een constante toon kan wijzen op een brandalarm, een blusvooraktivatie of aktivatie, een blusvrijgavestatus of een systeemstoring.
Pagina 18
Brandalarm (alleen brand) De brandalarmstatus geldt voor zones die niet gekoppeld zijn aan het blusgebied en dienst doen als alleen-brand zones. Een brandalarm in een detectiezone die niet gekoppeld is aan het blusgebied wordt als volgt aangeduid: • LED's algemeen brandalarm: knipperend indien het alarm geactiveerd werd door een detector.
Blusvooraktivatie De centrale bevindt zich in de blusvooraktivatiestatus indien: • De ene branddetectiezone in het blusgebied in brandalarm gaat en het systeem zodanig geconfigureerd wordt dat een tweede zone in het blusgebied de blusgebeurtenis moet activeren. • Er worden blusgebeurtenisomstandigheden gedetecteerd (een of twee zones gaan in brandalarm afhankelijk van de configuratie), maar de manuele mode wordt geactiveerd of een fout- of uitschakelingstoestand van een blusapparaat verhindert aktivatie.
Blusaktivatie Deze blusaktivatiestatus wordt ook “in vertraging voor vrijgave” genoemd. De centrale bevindt zich in deze status wanneer: • In automatische modus de blusgebeurtenisomstandigheden gedetecteerd worden (een of twee zones gaan in brandalarm, afhankelijk van de systeemconfiguratie) • Het start handmeldpunt wordt ingedrukt Een blusaktivatiestatus wordt als volgt aangeduid: •...
Pagina 21
Wanneer het handmeldpunt vertragen wordt ingedrukt terwijl in blusaktivatiemode: • Het blusproces wordt gepauzeerd. • HBM Houd LED: continu (hangt af van de geconfigureerde houd-mode). Raadpleeg uw systeeminstallateur om te bepalen welke wacht-mode geconfigureerd werd voor uw systeem. Mode A: Wanneer de HBM Houd geactiveerd is, gaat het aftellen van de aandrijvingsvertraging verder, maar het paneel wordt verhinderd om in de blusaktivatiestatus te gaan.
Blussing vrijgegeven De centrale bevindt zich in deze status wanneer: • De aandrijvinguitgang voor het vrijgeven van het blusgas werd geactiveerd en de gasflowbevestiging werd niet geconfigureerd of is uitgeschakeld. • De aandrijvinguitgang voor het vrijgeven van het blusgas werd geactiveerd en de gasflow werd bevestigd, indien de bevestiging van gasflow geconfigureerd Overleg met uw systeeminstallateur om te bepalen welke optie geconfigureerd werd in uw systeem.
Uitschakelingen Een uitgeschakelde blusgebeurtenis wordt aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue gele Vooraktivatie-LED. Uitgeschakelde zones worden aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue gele Zone LED. Uitgeschakelde blussirenes (en sirene-uitgangen gekoppeld aan de vooraktivatie of vrijgegeven statussen) worden aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue gele LED Blussirenes AAN.
Pagina 24
Tests • Zonetests worden aangeduid met een continue LED Algemeen uitschakelen en een continue gele Zone LED. • Blussirenetests worden aangeduid met een continue LED Algemene test en een continue gele LED Blussirenes aan. • Brandsoundertests worden aangeduid met een continue LED Test (algemeen) en een continue gele LED Brandsounders.
Buiten dienst Het bedieningspaneel is buiten dienst als er onvoldoende netvoeding of batterijstroom is. In deze status zijn er geen verdere brandalarm of foutsignalen van detectiezones en geen aktivatie, deaktivatie, of foutsignalen van ingangsapparaten worden verwerkt. Buiten bedrijf wordt als volgt aangeduid: •...
Bediening van het bedieningspaneel Gebruikersniveaus Omwille van veiligheidsredenen zijn sommige functies van dit product beperkt tot specifieke gebruikersniveaus. Onderstaand worden de toegangsprivileges beschreven van ieder gebruikersniveau. Openbare gebruiker Het openbare gebruikersniveau is het standaard gebruikersniveau. Op dit niveau zijn basis bedieningstaken toegestaan, zoals het reageren op een brandalarm of storingswaarschuwingen op de centrale.
Bediening openbaar gebruikersniveau Openbare gebruikersniveaubedieningen zijn bedieningen die door eender welke gebruiker kunnen worden uitgevoerd. Er is geen wachtword nodig om taken uit te voeren op dit niveau. Met de bediening van het openbare gebruikersniveau kunt u: • Een systeemgebeurtenis erkennen en de zoemer van de centrale stopzetten •...
Een actieve evacuatievertraging annuleren In het geval dat een evacuatievertraging geactiveerd en actief is, dient u op de knop Evacuatie start of de Evacuatievertraging te drukken om de vertraging te annuleren en de evacuatie onmiddellijk te activeren. De LED vertraging evacuatie wijst op de volgende omstandigheden: •...
Bediening operator gebruikersniveau Het operator gebruikersniveau wordt beschermd met wachtwoordbeveiliging en is voorbehouden voor bevoegde gebruikers die opgeleid werden om de centrale te bedienen voor controle- en onderhoudsdoeleinden. Het standaard operator gebruikerswachtwoord is 2222. De taken die zijn inbegrepen in het onderwerp “Bediening openbaar gebruikersniveau”...
De brandsounders stopzetten of opnieuw starten Druk op de knop brandsounders start/stop om de brandsounders stop te zetten. Druk opnieuw op de knop om stopgezette brandsounders opnieuw te starten. Indien de centrale geconfigureerd werd om te werken in evacuatiemodus, kunnen de sirenes gestart worden zonder dat het paneel in de brandalarmstatus staat.
De blussirenes stopzetten of opnieuw starten Druk op de knop blussirenes aan om de blussirenes stop te zetten. Een LED blussirenes aan wijst erop dat de blussirenes actief zijn (kinken). De LED geeft de toon aan van de blussirenes: knipperend voor een onderbroken toon, constant voor een continue toon.
Een brandsoundersvertraging uitschakelen of activeren Om een geconfigureerde (en geactiveerde) brandsoundervertraging uit te schakelen, drukt u op de knop Brandsoundersvertraging. Druk opnieuw op de knop om de vertraging te activeren. Wanneer een alarm gerapporteerd werd in een zone die gekoppeld is aan de blusgebeurtenis, wordt een geconfigureerde vertraging genegeerd en de brandsounders worden onmiddellijk geactiveerd.
Evacuatie testen Opmerking: Voordat u evacuatietests uitvoert dient u ervoor te zorgen dat de evacuatiesignalen niet aangesloten zijn of dient u de brandweer op de hoogte te stellen van de tests. Druk de knop Test (algemeen) en druk vervolgens op de knop Evacuatie start om evacuatie te testen.
Pagina 34
Een zone testen Druk de knop Test (algemeen) en druk vervolgens op de overeenkomstige Zone- knop om een zone te testen. De test wordt als volgt aangegeven: • Een continue LED Test (algemeen) • Een continue LED Zone fout/uitschakelen/test Wanneer een alarm geactiveerd is in een zone die getest wordt: •...
Pagina 35
De blusgebeurtenis uitschakelen of activeren Opmerking: Wanneer de blusgebeurtenis uitgeschakeld is (of verhinderd) rapport de centrale geen blusalarmen en de blusgebeurtenis wordt niet geactiveerd. De centrale blijft brandalarmen rapporteren en aangeven in het blusgebied. Druk de knop Uitgeschakeld (algemeen) en druk vervolgens op de knop Vooraktivatie om de blusgebeurtenis uit te schakelen.
Andere blusapparaten uitschakelen De apparaten die vermeld worden in Tabel 3 kunnen ook uitgeschakeld worden op het operator gebruikersniveau. Om een van deze apparaten uit te schakelen drukt u op de knop Uitschakelen (algemeen) gedurende meer dan 3 seconden, druk op de 1 en 3 knoppen (de knoppen Omhoog en Omlaag) om de uit te schakelen optie te selecteren (de overeenkomstige LED knippert) en druk vervolgens op Enter om de uitschakeling te bevestigen.
Andere blusapparaten testen De apparaten die vermeld worden in Tabel 4 en Tabel 5 kunnen ook getest worden op het operator gebruikersniveau. Om een van deze apparaten te testen drukt u op de knop Testen (algemeen) gedurende meer dan 3 seconden, druk op de 1 en 3 knoppen (de knoppen Omhoog en Omlaag) om de te testen optie te selecteren (de overeenkomstige LED knippert) en druk vervolgens op Enter om de testtoestand te bevestigen.
WAARSCHUWING: Risico op overlijden of ernstig letsel. Koppel de blusgasaandrijving los van het bedieningspaneel voordat u de opdracht voor uitgangstest voor de aandrijving geeft. De aandrijvingsuitgang wordt onmiddellijk geactiveerd wanneer u de testopdracht bevestigt. De alleen manuele werkmode instellen Indien de centrale niet geconfigureerd is om een externe ingang te gebruiken om naar alleen manuele mode te schakelen, drukt u op de knop manuele mode op het bedieningspaneel.
Onderhoud Voer de volgende onderhoudstaken uit om zeker te stellen dat uw brandalarmsysteem correct werkt en voldoet aan alle vereiste Europese voorschriften. WAARSCHUWING: Risico op overlijden of ernstig letsel. Koppel de blusgasaandrijving los van het bedieningspaneel voordat u de opdracht voor uitgangstest voor de aandrijving geeft.
Regelgevende informatie Europese normen voor brandbewakings- en indicatie-apparatuur Deze centrales werden ontworpen in overeenstemming met de Europese normen: EN 54-2, EN 54-4 en EN 12094-1. Bovendien voldoen alle modellen aan de volgende EN 54-2 en EN 12094-1 optionele vereisten. Tabel 6: EN 54-2 optionele vereisten Optie Beschrijving Uitgang naar brandalarmapparatuur [1]...
Europese normen voor elektrische veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit Deze bedieningspanelen werden ontworpen in overeenstemming met de volgende Europese normen voor elektrische veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit: • EN 62368-1 • EN 50130-4 • EN 61000-6-3 • EN 61000-3-2 • EN 61000-3-3 Europese regelgeving voor de constructie van producten Dette avsnittet gir en oppsummering om den erklærte ytelsen i henhold til forskriften om bygningsprodukter (EU) 305/2011 og delegerte forskrifter...