Werking
Als de auto bergopwaarts stilstaat, wordt deze
even op zijn plaats gehouden wanneer u het
rempedaal loslaat:
– bij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
– als bij de automatische transmissie de stand D of
M is ingeschakeld.
Als de auto bergafwaarts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt de
auto even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel branden en wordt
er een melding weergegeven.
Laat het systeem door een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats controleren.
Stop & Start
De Stop & Start-functie zet de motor tijdelijk
af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht,
opstoppingen enzovoort). De motor wordt
automatisch opnieuw gestart (START-stand) als u
weer weg wilt rijden.
De functie is perfect afgestemd op gebruik in de stad
en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder
uitstoot van schadelijke stoffen en een aangename
rust in het interieur tijdens het wachten.
De functie heeft geen invloed op de werking van
belangrijke functies van de auto, zoals met name het
remsysteem.
Uitschakelen/weer inschakelen
De functie wordt standaard ingeschakeld als het
contact wordt aangezet.
Met/zonder audiosysteem
► Druk op de toets.
Een melding op het instrumentenpaneel bevestigt de
gewijzigde status.
Wanneer de functie wordt uitgeschakeld, gaat het
oranje controlelampje branden; als de motor door de
functie was gestopt, wordt deze direct gestart.
Met de toets van het touchscreen
De instellingen kunnen worden gewijzigd via
het menu Rijverlichting/Auto van het
touchscreen.
Een melding op het instrumentenpaneel bevestigt de
gewijzigde status.
Wanneer de functie wordt uitgeschakeld en de
motor door de functie was gestopt, wordt deze direct
gestart.
Bijbehorend controlelampje
Functie geactiveerd.
Motorkap openen
Schakel het Stop & Start-systeem altijd
uit als u handelingen onder de motorkap wilt
Rijden
6
97