Rijden
Head-up display
3. Weergave van de snelheidslimiet.
4. Verzoek om de snelheid op te slaan.
5. Huidige rijsnelheid.
6. Huidige ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid opslaan
► Schakel de snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar in.
De informatie over de snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar wordt weergegeven.
Bij de detectie van een verkeersbord met een
andere snelheidslimiet geeft het systeem de waarde
106
aan en wordt er een bericht weergegeven; u kunt
deze snelheid vervolgens als nieuwe snelheid
opslaan. De letters "MEM" knipperen enkele
seconden op het display.
Bij een verschil van minder dan 9 km/h
tussen de ingestelde snelheid en de door de
Verkeersbordherkenning weergegeven snelheid
wordt het symbool "MEM" niet weergegeven.
► Druk één keer op toets 2 om de voorgestelde
snelheid op te slaan.
Er wordt een bericht weergegeven om het verzoek
te bevestigen.
► Druk toets 2nogmaals in om te bevestigen en
deze snelheid als nieuwe snelheid op te slaan.
Het display keert terug naar de vorige weergave.
Snelheidsbegrenzer
Raadpleeg de algemene adviezen over
het gebruik van de rij- en
parkeerhulpsystemen voor meer informatie.
Dit systeem voorkomt dat de auto de door de
bestuurder ingestelde snelheid overschrijdt.
De snelheidsbegrenzer moet handmatig worden
ingeschakeld.
De minimale snelheid die ingesteld kan worden is
30 km/h.
De ingestelde snelheid blijft na het afzetten van het
contact opgeslagen in het geheugen.
Stuurkolomschakelaars
1. ON (stand LIMIT) / OFF (stand0)
2. Ingestelde snelheid verlagen
3. Ingestelde snelheid verhogen
4. Snelheidsbegrenzer onderbreken/hervatten met
de eerder opgeslagen ingestelde snelheid