In geval van pech
► Zet de schakelaar in de stand O zodra de
gewenste bandenspanning is bereikt.
► Verwijder de set en berg deze op.
► Vervang de dop op het ventiel.
Als de spanning van één of meer banden is
aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de gereedschapsset.
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel ligt onder de vloer van de
bagageruimte.
Zie eerst het deel Gereedschapsset voor toegang
tot het reservewiel.
Afhankelijk van de uitvoering is er een
standaardformaat reservewiel met stalen
velg of een noodreservewiel aanwezig.
146
Het reservewiel monteren
► Haal de gereedschapskist uit de klemmen of
verwijder de polystyreen afdekkap (afhankelijk van
de uitvoering).
► Draai de centrale moer los.
► Verwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
► Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek
het naar u toe.
► Neem het wiel uit de bagageruimte.
Verwijderen van het wiel
De auto parkeren
Parkeer de auto op een plaats waar u het
verkeer niet hindert en zorg ervoor dat deze op
een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond
staat.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak moet u
de eerste versnelling inschakelen om de wielen
te blokkeren, de parkeerrem aantrekken, tenzij
deze in de automatische stand staat, en het
contact uitzetten.
Bij een automatische transmissie moet u
stand P selecteren om de wielen te blokkeren,
de parkeerrem aantrekken, tenzij deze in
de automatische stand staat, en het contact
uitzetten.
Controleer of de controlelampjes van de
parkeerrem op het instrumentenpaneel
permanent branden.
De inzittenden moeten de auto hebben verlaten
en zich op een veilige plaats bevinden.
Plaats waar nodig een wielblok achter het wiel
kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de
krik steunt; gebruik een bok.
Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel bij de
ventielopening los te wippen en vervolgens los
te trekken.
Monteren: haal de wielbouten aan en breng
daarna de wieldop aan; plaats de opening in lijn
met het ventiel en druk de wieldop vervolgens
rondom vast met de palm van uw hand.