Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vergrendelen Van De Auto Met Volledig Ingeschakeld Alarm; Vergrendelen Van De Auto Met Alleen De Omtrekbeveiliging Ingeschakeld; Afgaan Van Het Alarm; Storing Afstandsbediening - CITROEN C3 AIRCROSS 2021 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Zelfbeveiligingsfunctie
Het systeem controleert of systeemcomponenten
niet goed werken.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de
bedieningseenheid of de kabels van het hoorbare
alarm uit te schakelen of te beschadigen.
Werkzaamheden aan het alarmsysteem
Neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen / uitschakelen
► Vergrendel of supervergrendel / ontgrendel
de auto met de afstandsbediening of het systeem
"Keyless Entry and Start" (bevestigd door het
branden / doven van het rode controlelampje in de
toets en het branden van de richtingaanwijzers).
De omtrekbeveiliging wordt na 5 seconden
geactiveerd en de interieur- en wegsleepbeveiliging
na 45 seconden.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als binnen 30 seconden niet
een van de portieren of de achterklep wordt
geopend), wordt ook het alarmsysteem
automatisch weer ingeschakeld.
Wanneer een portier, de achterklep of de
motorkap niet goed is gesloten, wordt de
auto niet vergrendeld, maar worden de
omtrekbeveiliging, de interieurbeveiliging en de
wegsleepbeveiliging wel na 45 seconden
ingeschakeld.
Vergrendelen van de auto met
alleen de omtrekbeveiliging
ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging en de
wegsleepbeveiliging uit om vals alarm te voorkomen,
bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
– Het raam staat een klein stukje open.
– De auto wordt gewassen.
– Er wordt een wiel verwisseld.
– De auto wordt gesleept.
– De auto staat op een schip of veerboot.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
► Zet het contact af en druk binnen 10 seconden
op de alarmtoets totdat het rode controlelampje blijft
branden.
► Verlaat de auto.
► Vergrendel de auto meteen met de
afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt ingeschakeld: het
rode controlelampje in de toets knippert één keer
per seconde.
Toegang tot de auto
Deze uitschakelprocedure moet elke keer
na het afzetten van het contact opnieuw
worden uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de interieur-
en wegsleepbeveiliging
► Schakel de omtrekbeveiliging uit door de auto
met de afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem te ontgrendelen.
Het controlelampje in de toets gaat uit.
► Schakel alle beveiligingsvoorzieningen opnieuw
in door de auto met de afstandsbediening of het
Keyless Entry and Start-systeem te vergrendelen.
Het rode controlelampje in de toets knippert weer
één keer per seconde.

Afgaan van het alarm

Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werking
en knipperen de richtingaanwijzers gedurende 30
seconden.
De omtrek- en wegsleepbeveiliging blijven
actief totdat het alarm voor de tiende keer wordt
geactiveerd.
Als het lampje van de knop snel knippert bij het
ontgrendelen van de auto, is het alarm tijdens
uw afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.

Storing afstandsbediening

Om de beveiligingsfuncties uit te schakelen:
► Ontgrendel de auto met de sleutel in het slot van
het bestuurdersportier.
2
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave