Verlichting en zicht
Statische bochtverlichting
Dit systeem zorgt ervoor dat de mistlamp vóór
tijdens het rijden met dim- of groot licht wordt
ingeschakeld om de binnenkant van de bocht extra
te verlichten bij snelheden tot 40 km/h (handig
in de stad, op bochtige wegen, kruispunten,
parkeergarages enz).
Zonder / met statische bochtverlichting
Inschakelen/uitschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld:
– bij het inschakelen van een richtingaanwijzer
of
62
– als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid.
Het systeem wordt uitgeschakeld:
– bij een geringe stuuruitslag.
– bij snelheden boven 40 km/h.
– als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Programmeren
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Deze functie is standaard ingeschakeld.
Zonder audiosysteem
► In het menu "VERLICHTING" op het display van
het instrumentenpaneel, inschakelen/uitschakelen
"MEEDR KOPL" (meedraaiende koplampen).
Met audiosysteem
► Activeer of deactiveer in het menu
"Persoonlijke instelling - configuratie" de
functie "Bochtverlichting".
Met touchscreen
► Selecteer in het menu Rijden / Auto het
tabblad"Overige instellingen" en dan
"Verlichting" en activeer/deactiveer
"Bochtverlichting".
Ruitenwisserschakelaar
Voordat u de ruitenwissers onder winterse
omstandigheden gaat gebruiken, moet u
sneeuw en ijs van de voorruit en rondom de
ruitenwisserarmen en -bladen verwijderen.
Schakel de ruitenwissers niet in op een
droge voorruit. Bij zeer hoge of lage
temperaturen moet u controleren of de
ruitenwissers niet aan de voorruit vastzitten
voordat u de ruitenwissers inschakelt.
Wanneer u de auto in een wasstraat was,
kunt u tijdelijk vreemde geluiden of
verminderde werking van de ruitenwissers
opmerken. U hoeft de ruitenwissers niet te
vervangen.
Zonder automatische
ruitenwissers