❍ Het microfoonniveau wordt teruggesteld naar [AUTO] als u de programmaschijf
naar [ draait.
❍ Wij raden u aan een hoofdtelefoon te gebruiken als u het audioniveau afstelt.
❍ Als u opneemt bij een hard geluid (zoals vuurwerk, drums of concerten), dan
is het mogelijk dat het geluid vervormd raakt of niet wordt opgenomen op het
feitelijke geluidsniveau.
❍ Als geluid vervormd klinkt, schakel dan de microfoondemper in.
Geluidsniveau-indicator
❍ In de automatische stand kunt u de geluidsniveau-indicator weergeven of verbergen door
op de AUDIO LEVEL-toets te drukken.
❍ Wanneer [MIC LEVEL] op [MANUAL] ingesteld is, verschijnen op het scherm het symbool
"M" en een groene balk.
❍ De groene balk toont het microfoonniveau (wordt hoger naar rechts en lager naar links).
[MIC LEVEL] is
ingesteld op
[MANUAL].
Microfoondemper
Gebruik de microfoondemper als u tijdens het opnemen of audio dubben het volume
wilt verlagen of de audiovervorming wilt corrigeren. Controleer de audioniveaus met
de hoofdtelefoon.
CAMERA
AUDIO SET UP
(
42)
Open het menu en selecteer [AUDIO SET UP]. Selecteer [MIC ATT], zet dit
op [ON] en sluit het menu.
Opnemen met een externe microfoon:
Voor het opnemen van geluid kunt u ook een
externe microfoon gebruiken. Bijna alle
stereomicrofoons met een stekkerdiameter
van 3,5 mm kunnen op de MIC-aansluiting
worden aangesloten. Gebruik een microfoon
met een ingebouwde voeding
(condensmicrofoon).
❍ Het audioniveau verschilt van dat van de ingebouwde microfoon.
❍ Wees voorzichtig met lange microfoons. Deze kunnen namelijk in beeld verschijnen.
❍ Zie ook Gebruik van de microfoon DM-50 (
❍ Gebruik geen microfoonkabel die langer is dan 3 m om elektromagnetische
interferentie te voorkomen.
-dB 40
M
PLAY (VCR)
MIC ATT••••••OFF
Niveau-indicator
12
0
Aanduiding (groene
balk)
CARD CAMERA
80).
CARD PLAY (VCR)
Ne
75